Bestuurlijke politie

Wetgevend kader

Artikel 14 WPA

Inleiding

In onze samenleving is orde noodzakelijk. De uitoefening van de grondrechten kan niet ongeremd blijven, en hierbij wordt er vanuit de politie een dubbelzinnige rol verwacht. Enerzijds beschermen wij de grondrechten van ieder individu, maar wij moeten ook waken over de publieke orde, waarbij de grondrechten van een individu beknot kunnen worden. De Wet op het Politieambt is hierbij onze leidraad die wij dienen te volgen, en zo goed als mogelijk moeten toepassen. Een van onze opdrachten is deze van bestuurlijke politie, en daar een subdeel van is HHOO, ofwel de Handhaving en Herstel van de Openbare Orde. HHOO heeft drie kenmerken. Het is dynamisch, evolutief en abstract.

Met dat het dynamisch is bedoelen we dat we de principes van legaliteit en opportuniteit moeten toetsen voorafgaand ons optreden. Heeft een hardhandig optreden nut, mogen we hier optreden, en kunnen we hier optreden?

Met evolutief wordt aangehaald dat de situatie kan veranderen. Dit kan veranderen in zijn functie, in de verschillende omstandigheden, en we moeten constant herevalueren of onze dynamiek nog gegrond is.

Met abstract doelen we op het feit dat we er over kunnen theoretiseren, maar dat het steeds nog een invulling zal moeten krijgen op het terrein. We kunnen wel zeggen dat de openbare rust moet gewaarborgd worden, maar wat is de openbare rust nu eigenlijk?

De openbare orde is een middel, en geen doel op zich. Het staat ten dienste van het algemeen belang, wat ook ineens het richtssnoer is voor de politie. De definitie van Openbare Orde is dat het een samenloop is van rust, veiligheid en gezondheid die in de samenleving moet heersen, en die door de overheid wordt nagestreefd, teneinde de uitoefening van de gronwdwettelijke rechten te verzekeren en zo een harmonieuze ontwikkeling van de maatschappij te bekomen. Korter samengevat zijn dit de nodige maatregelen die het hoger doel nastreven voor de openbare veiligheid en openbare rust te kunnen garanderen.

Er kunnen drie componenten teruggevonden worden in de klassieke openbare orde, meerbepaald de openbare rust, de openbare veiligheid en de openbare gezondheid. Er zijn er nog meer, maar deze kunnen uiteindelijk teruggebracht worden onder een van de vorige categoriëen. De openbare rust is de algemene afwezigheid van verstoring. Denk hierbij aan geen nachtlawaai en dergelijke. De openbare veiligheid is, zoals het zelf aangeeft, het ontbreken van gevaar voor iedereen. Denk hierbij aan gasrampen, grote branden, betogingen die uit de hand lopen en dergelijke meer. De openbare gezondheid komen wij als politie iets minder mee in aanraking, maar handelt over verkrotting, plaatsen waar de hygiëne het publiek in gevaar kan brengen enzovoorts.

Wie besluit er dingen?

Bij de invulling van het abstracte begrip van openbare orde liggen subjectieve beoordelingen aan de basis. Deze mogen niet arbitrair zijn, en worden ingevuld door de bestuurlijke overheden, zoals de burgemeester, gouverneur of minister. Er zijn ook controlemechanismen ter objectivering van de subjectieve beoordelingen. Maar wat betekend dit nu allemaal? Wel, De subjectieve beoordelingen mogen niet arbitrair zijn wil simpelweg zeggen dat er verantwoording voor moet kunnen worden afgelegd. De maatregel mag met andere woorden niet consistent een inbreuk op de grondrechten worden. Stel U voor dat een burgemeester mensen op straat zou verbieden na 22u00 om zo nooit geen nachtlawaai meer te hebben.

Bij hun besluiten zijn er ook vier objectieve regels waar de bestuurlijke overheden rekening mee houden. Dit is eerst en vooral rekening houden met de hogere rechtsgronden, ten tweede houden ze rekening met de colleges en/of ministerraden, ten derde houden ze rekening met het algemene draagvlak en tot slot kan de Raad van State een beslissing vernietigen.

De bevoegdheid van de bestuurlijke overheden

De bestuurlijke overheden zijn bevoegd voor de materiële openbare orde, en op een enkel aspect van de morele openbare orde, met name drugs. Maar wat is de materiële openbare orde en de morele openbare orde nu eigenlijk?

De materiële openbare orde is de klassieke trilogie. Met name zo dat dit de openbare rust, openbare veiligheid en openbare gezondheid omvat. Met andere woorden, de bestuurlijke overheden kunnen beslissingen nemen in deze zaken.

De morele openbare orde omvat de openbare zedelijkheid. Hier is de gerechtelijke overheid voor bevoegd. Om dit duidelijker te maken kunnen we best werken met een voorbeeld. Een dancing kan niet gesloten worden omdat er zich binnen onzedelijke taferelen afspelen, zoals aanwezigheid van minderjarigen, wapenbezit, .. Dit kan daarentegen wel als deze zich voort verplaatsen naar buiten en daarbij een verstoring van de materiële openbare orde teweeg brengen, zoals vandalisme, nachtlawaai en dergelijke meer.

Een uitzondering hierop is dat sinds 2006 dit wél kan in het kader van drugs, meerbepaald als er ernstige aanwijzingen zijn dat er herhaaldelijk drugs worden gebruikt of verhandeld, de sluitingsmaatregel kan maximaal 6 maanden duren en moet bevestigd worden op het eerstvolgende schepencollege en de gemeenteraad moet van de maatregel op de hoogte gebracht worden op de eerstvolgende zitting.

Bestuurlijke politie vs. gerechtelijke politie

Burgers genieten van talrijke rechten en vrijheden. Daarentegen zijn zij ook onderworpen aan veelvuldige verplichtingen, die voorzien zijn in wetten en reglementen die op iedereen van toepassing zijn. Het spreekt voor zich dat het respect voor deze regels zoveel mogelijk moet worden verzekerd om de ontplooiing van de individuen en het harmonisch verloop van het sociale leven toe te laten.

Het toezicht hierop wordt toegekend aan het geheel van personen en organisaties die onder de noemer 'politie' vallen. Haar rol bestaat erin toe te zien op de eerbiediging van de openbare orde, de naleving van de wetten en reglementen, de veiligheid van personen en goederen, alsook van de grondwettelijke rechten en vrijheden. In een democratie vormt de openbare orde de referentie naar waar de politiehandelingen dienen te verwijzen.

De tweede krachtlijn van de Wet op het Politieambt stel dat bij het vervullen van hun opdrachten van bestuurlijke of gerechtelijke politie de politiediensten waken over de nalevening en bijdragen tot de bescherming van de individuele rechten en vrijheden, evenals tot de democratische ontwikkeling van de maatschappij. Bijgevolg zaijn ook de eerbiediging en de bescherming van de individuele rechten en vrijheden en de democratische ontwikkeling van de maatschappij steeds de richtsnoeren voor het optreden van de politie.

Hieruit kunnen we afleiden dat de actie van de politie twee verschillende aspecten behelst. Enerzijds wordt er gewaakt over dat er geen inbreuken worden begaan en dat de wetten gerespecteerd worden en dat de openbare orde en de veiligheid verzekerd zijn. Dit noemt men de functie van bestuurlijke politie. Anderzijds dient zij ook tussen te komen wanneer er inbreuken zijn begaan, daar de tussenkomsten van de bestuurlijke politie niet altijd het begaan van misdrijven heeft kunnen voorkomen. Dit noemt men de functie van de gerechtelijke politie. Met andere woorden, de gerechtelijke politie treed op wanneer de bestuurlijke politie gefaald heeft.

Algemeen kunnen we dus stellen dat de bestuurlijke politie alles omvat dat betrekking heeft op preventie, en de gerechtelijke politie alles behandelt inzake repressie.

Hier dient wel een kleine nuancering te gebeuren, waarbij het ene soms in het andere overvloeit. Zo is het instellen van een perimeter na een misdrijf nog steeds bestuurlijke politie. Proactieve recherche en BOM-wetgeving vallen ook onder bestuurlijke preventie, daar zij aangewend worden om (eventuele verdere) misdrijven te voorkomen, en soms is de gerechtelijke politie ook preventief. Dit kan zich uiten in ontrading door sterk politiewerk. Zo zullen dieven niet snel geneigd zijn hun job uit te voeren als het risico enorm hoog is om gevat te worden.

De uitoefening van de bestuurlijke politie

De definitie van bestuurlijke politie luidt als volgt: 'Bestuurlijke politie is het geheel van bevoegdheden die door of krachtens de wet worden toegekend aan de bestuurlijke overheden en hen toelaten, desnoods met dwang, met het oog op de handhaving van de openbare orde de uitoefening van de grondrechten te beperken overeenkomstig de wet en het algemeen belang.' Overeenkomstig artikel 14 van de Wet op het Politieambt zien de politiediensten bij de uitoefening van hun taken van bestuurlijke politie toe op: het handhaven van de openbare orde, het voorkomen van misdrijven, ongevallen, rampen en ziekten, het verzekeren van de bescherming van personen en goederen en het verlenen van bijstand aan iedere persoon in gevaar.

Dit wordt praktisch ingevuld door een algemeen toezicht, zoals bijvoorbeeld patrouilleren, en controles uitvoeren op plaatsen die voor hen wettelijk toegangkelijk zijn. Ze versturen ook steeds het verslag van hun opdrachten aan de bevoegde overheid, alsook de inlichtingen die ze verkregen hebben ter gelegenheid van die opdrachten. Dit is de informatieplicht die de politiediensten ten overstaan van de politieoverheden hebben. Dit kunnen zowel RAR-formulieren zijn, als processen-verbaal van inlichtingen inzake verdachte handelingen. Ze nemen de maatregelen van bestuurlijke politie en voeren deze uit volgens hun bevoegdheid, zoals bijvoorbeeld de verkeersregeling naar aanleiding van een ongeval, en ze onderhouden wederzijdse contacten met de bevoegde administratie en met andere politiediensten.

De Officier van Bestuurlijke Politie

Artikel 4 van de Wet op het Politieambt somt de personen op die met de hoedanigheid van officier van bestuurlijke politie bekleed zijn. Dit zijn de provinciegouverneurs, de arrondissementscommissarissen, de burgemeesters en de officieren van de federale en lokale politie. Men is een officier binnen de politie vanaf de graad van commissaris van politie.

Deze personen hebben enkele bevoegdheden inzake de openbare orde, meerbepaald het doen ontruimen van bepaalde gebouwen of zones, het opleggen van bepaalde fouilles, de inbeslagname van bepaalde voorwerpen, het verrichten van bestuurlijke vrijheidsberovingen en het vorderen van bijstand van andere politieambtenaren.

De officier van bestuurlijke politie dient meestal niet ter plaatse te zijn voor de maatregelen te overzien. Ze hebben een discretie om zelf te beslissen over hun terugroepbaarheid. Er moet wel telkens voorzien worden in bereikbaarheid voor deze officieren, daar zij de beslissingen dienen te nemen.

De openbare vs. de privévergadering

Bij de uitvoering van de taken van bestuurlijke politie komt de politie hoofdzakelijk tussen op de openbare weg, maar ook op plaatsen die openstaan voor het publiek. De tussenkomst in een private plaats, beschermd door artikel 15 van de Grondwet (onschendbaarheid van de woning), zal eerder uitzonderlijk zijn en kadert meestal in de uitvoering van de taken van gerechtelijke politie.

Hierdoor wordt het essentieel voor een politieambtenaar om het verschil te kennen tussen openbaar en privé. In de praktijk blijkt dit niet altijd even gemakkelijk te doen. Men stelt dat een privévergadering samengesteld is uit personen die het exclusief recht hebben samen te komen in een bepaald lokaal, hetzij in gevolge hun hoedanigheid van eigenaar of rechthebbende, hetzij op uitnodiging van de eigenaar, rechthebbende of hun gevolmachtigde.

Bepaalde elementen wijzen op hetzij het private hetzij het openbare karakter van een vergadering. Het privaat of openbaar karakter van een vergadering wordt bepaald door de normale aard of de bestemming van de plaats waar de vergadering wordt gehouden. Een vergadering die zich afspeelt in een gezinswoning is privé, terwijl indien dezelfde vergadering zich zou afspelen in een feestzaal het een openbaar karakter verkrijgt.

Een verschil kan ook worden bekomen door de verhouding tussen de inrichters van de vergadering en de aanwezige personen, de zogenaamde toegangsmodaliteiten. Zo is bijvoorbeeld een uitnodiging voor een fuif die uitsluitend voorbehouden is voor de leden van een voetbalclub privé. De organisator kent hierbij alle deelnemers. Een fuif voor alle jongeren van de streek is daarentegen openbaar, de organisator weet niet wie er allemaal op afkomt.

Wanneer de vergadering privé is, mag niet iedereen er zomaar aan deelnemen. De toegang to een dergelijke vergadering zal onderworpen zijn aan een schiftelijke of mondelinge persoonlijke en individuele uitnodiging.

Bepaalde aanwijzingen kunnen worden weerhouden om het persoonlijke en individuele karakter van de uitnodiging naar voren te laten komen, zoals de personen bezitten een lidkaart voor de organiserende vereniging, ze hebben een nominatieve uitnodiging of oproeping voor een vergadering gekregen, de naam van de aanwezige personen komt overeen met die vermeld op een lijst waarop alle deelnemers staan, of de organisatoren of hun afgevaardigden controleren de ingangen door de toegang aan bepaalde personen toe te laten en door ze te verbieden aan hen die niets te maken hebben met het onderwerp van de vergadering. Het is dus de organisator die ter plaatse deelnemers van niet-deelnemers onderscheidt.

Hierbij moet opgemerkt worden dat de vergadering géén privaat karakter heeft indien de toegang enkel onderworpen is aan hetzij de betaling om binnen te gaan of een voorwaarde waaraan iedereen gemakkelijk kan voldoen. Hier zijn het de deelnemers die beslissen, en niet de organisator.

Rechten en beperkingen van vergaderingen

Het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten en de fundamentele vrijheden van de Mens, biedt ernstige waarborgen voor de menselijke persoon. Zo zijn er onder andere de vrijheid van vergadering, de vrijheid van het individu, de onschendbaarheid van de woning en de vrijheid van vereniging in terug te vinden. Voor al deze vrijheden staat vast dat er geen enkel onderscheid mag worden gemaakt op welke grond dan ook.

Toch zijn er hier beperkingen op mogelijk. Deze zijn bepaald door de wet én noodzakelijk in een democratische samenleving voor hetzij de bescherming van de openbare orde, hetzij het voorkomen van misdrijven of hetzij de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.

Naargelang de aard van de beschermde vrijheid kunnen preventieve, repressieve en/of regulerende politiemaatregelen worden genomen, die steeds in het licht van de openbare orde te verantwoorden zijn.

De preventieve maatregel is een maatregel met een algemene draagwijdte die uitwerking heeft voordat de vrijheid wordt uitgeoefend. Door wijze zo dat ook zij die op een wijze die niet orde verstorend is hiervan ook gebruik wensen te maken, hierdoor ook getroffen worden. Er zijn sancties mogelijk wegens het niet-naleven van de preventieve maatregel. Een voorbeeld hiervan is het voorschrijven van een voorafgaandelijke toelating.

De repressieve maatregel is een maatregel die wordt genomen om een einde te maken aan een ordeverstorende situatie. Dit wordt door de betrokkene dikwijls ervaren als een sanctie, ook al is de bedoeling hiervan om de openbare orde te herstellen. Een voorbeeld hiervan is het beëindigen van een vergadering die de nachtrust verstoord.

Een regelende maatregel is een maatregel waardoor de uitoefening van de vrijheid wel wordt toegelaten, maar onder wel bepaalde voorwaarden die te maken hebben met de modaliteiten van de uitoefening, zoals plaats, tijdstip en middelen. Deze maatregel wil de uitoefening van een vrijheid ordelijk laten verlopen, doch tast deze vrijheid op zich niet aan. Een voorbeeld hierbij is een tijdschema of reisweg opleggen bij een betoging.

We onderscheiden ook twee soorten vergaderingen, namelijk de privévergadering en de openbare vergadering. De openbare vergadering kan nog worden opgesplitst in de openbare vergadering in gesloten en overdekte ruimtes, of deze in open lucht. Er bestaan ook nog speciale gevallen zoals de neutrale zone en privé milities.

De privé vergaderingen

Het EVRM voorziet dat eenieder recht heeft op eerbiediging van zijn privéleven, zijn gezinsleven, zijn huis en zijn briefwisseling. Dit is bij ons opgenomen in de Grondwet in artikel 15, namelijk de onschendbaarheid van de woning. Door de woning te beschermen, heeft de wetgever bijgevolg ook de privévergaderingen beschermd. Ook als de privé vergadering niet dorogaat in de privé woning van een deelnemer, blijft deze toch het voorrecht van de onschendbaarheid genieten. Privé vergaderingen kunnen doorgaan zowel in gesloten, overdekte ruimtes als in open lucht.

Aangezien de private vergaderingen worden beschermd door de onschendbaarheid van de woning vloeit daaruit voort dat geen enkele reglementering van bestuurlijke politie mogelijk is met betrekking tot die vergaderingen. De bestuurlijke overheid kan deze niet verbieden, noch kan deze onderworpen worden aan het vervullen van bepaalde formaliteiten. De politie mag zich slechts mengen in privé vergaderingen in uitzonderlijke gevallen. Dit is heterdaad of hulpgeroep.

Een voetnoot hierbij is dat sommige wetten betreffende oorlogstijd het toelaten om het recht van vergadering te beperken. Zo kan een organisatie van een vergadering in oorlogstijd onderworpen worden aan een voorafgaandelijke toelating. Daarenboven zijn sommige private vergaderingen verboden omwille van hun aard, zoals samenzwering tegen de Koninklijke Familie, samenzwering tegen de Staat of een vereniging van criminelen.

In geval van ernstig en dreigend gevaar voor rampen, zoals bijvoorbeeld bij een bommelding, kan de bestuurlijke overheid wel maatregelen nemen waarvan de uitvoering een schending van de woning inhoudt. Immers strekt de politiebevoegdheid zich uit tot alle oorzaken die in het privé domein hun oorsprong vinden en die de openbare orde in gevaar kunnen brengen.

De openbare vergaderingen in een gesloten en overdekte ruimte

De Grondwet stelt dat "De Belgen het recht hebben vreedzaam en ongewapend te vergadren, mits zij zich gedragen naar de wetten, die het uitoefenen van dit recht kunnen regelen zonder het echter aan een voorafgaande toestemming te onderwerpen". De grondwettelijke waarborgen voor dit soort vergaderingen, met name de uitsluiting van preventieve of verbodsmaatregelen, geldt evenwel slechts onder bepaalde voorwaarden. Het moet een vreedzame vergadering zijn, het moet een ongewapende vergadering zijn en men dient zich te gedragen naar de wetten die het uitoefenen van het recht van vergadering kunnen regelen.

Als aan deze voorwaarden voldaan is kan er in principe geen enkele voorafgaandelijke toestemming geëist worden om deze samenkomsten te houden. Zelfs niet wanner er kan gevreesd worden dat de openbare orde door deze vergadering in het gedrang kan komen. Het verbieden van de openbare vergadering is enkel mogelijk indien dit de enige mogelijkheid is om de openbare orde te bewaren. Dit verbod is steeds tijdelijk en voorlopig en geldt slechts zolang er een reëel gevaar voor de openbare orde bestaat.

Wanneer aan deze drie voorwaarden niet voldaan is, kan de vergadering het voorwerp uitmaken van alle soorten beperkende maatregelen, met de preventieve- en verbodsmaatregelen inbegrepen.

Ook mag de overheid een vreedzaam begonnen vergadering die ontaardt in wanordelijkheden doen beëindigen.

Regelende maatregelen zijn steeds mogelijk. De organisatoren van een openbare vergadering in een overdekte en gesloten ruimte hebben dus weliswaar geen voorafgaandelijke toestemming nodig, doch moeten zij zich schikken naar de lokale reglementeringen. Deze kunnen het opleggen van een voorafgaandelijke kennisgeving zijn, het opleggen van een sluitingsuur, het opleggen van de aanwezigheid van stewards en/of politie en dergelijke meer.

We merken hierbij op dat politieambtenaren steeds het recht hebben om een openbare vergadering bij te wonen en dit zonder betaling van het inkomgeld.

De openbare vergaderingen in open lucht

Dit is de restcategorie, door wijze zo hieronder vallen de vergaderingen die noch een privé-vergadering zijn noch een openbare vergadering in een gesloten en overdekte ruimte. De openbare vergaderingen in open lucht zijn hoofdzakelijk bijeenkomsten onder open hemel. Zo zijn deze ondermeer bijeenkomsten gehouden op de openbare weg, bijeenkomsten gehouden op elke niet gesloten en open plaats waartoe het publiek vrij toegang heeft en de bijenkomsten gehouden in een overdekt lokaal, doch aan alle zijden open en niet gesloten zoals bijvoorbeeld een loods.

Het lijdt geen twijfel dat bijna alle bijeenkomsten in open lucht, openbare bijeenkomsten zijn. Het kan nochtans voorvallen dat een bijeenkomst in open lucht een privaat karakter heeft, wanneer ze wordt gehouden buiten een woning op het gesloten en privéterrein. Artikel 26 uit de Grondwet stelt "Deze bepalingen zijn niet van toepassing op bijeenkomsten in de open lucht, die ten volle aan de politiewetten onderworpen blijven." Gelet op de vrijheid van vergadering kan er geen sprake zijn om deze bijeenkomsten systematisch te verbieden, noch om voor deze vergaderingen een voorafgaandelijke algemen toelating te eisen.

Aangezien de openbare vergaderingen in open luch onderworpen zijn aan de politiewetten, kunnen er echter bepaalde maatregelen noozakelijk geacht worden voor de openbare rust, openbare veiligheid of de openbare gezondheid. Met het oog op de handhaving van de openbare orde zijn er dus zowel preventieve als regelende politiemaatregelen mogelijk, zoals bijvoorbeeld de onderwerping aan een voorafgaandelijke toelating, verbod op spandoeken, beperking van het aantal deelnemers en dergelijke meer. Andersijds moeten zij ook de van toepassing zijnde politiewetten eerbiedigen, zoniet dreigen repressieve politiemaatregelen, zoals de voortijdige ontbinding of strafsancties wegens niet naleven van het politiereglement.

De neutrale zone

De neutrale zone is een welomschreven gebied in Brussel. Deze perimeter omvat het Federale Parlement, bepaalde federale overheidsdiensten en het Koninklijk Paleis. Binnen deze neutrale zone is in principe elke betoging verboden. Bepaalde manifestaties, veelal met een officieel karakter, zijn er wel toegestaan, zoals het militaire défilé, begrafenisplechtigheden en dergelijke meer. Bij ordediensten in Brussel wordt deze zone veelal afgezonderd met Spaanse Ruiters.

De private milities

De Wet waarbij de private milities verboden werden, werd ingevoerd in 1934 in het raam van de opkomst van extreem-rechtse groeperingen. Het spreekt voor zich dat thans de wetgeving toepasselijk is op elke extremistische groepering, onafhankelijk van haar politieke geaardheid.

Alhoewel oorspronkelijk vooral de vrijwaring van de democratie beoogd werd, blijkt dat andere groeperingen zonder politieke oogmerken, onder de bepaling kunnen vallen. Een goed voorbeeld hiervan zijn burgerwachten, een groepering die is samengesteld met als doel de veiligheid in een bepaalde wijk te verzekeren.

Gebeurtenissen die de openbare orde kunnen verstoren

In dit stuk zullen we het hebben over bepaalde terminologie, die ons in staat moet stellen een degelijk onderscheidt te maken tussen verschillende manieren waarop de openbare orde verstoord zou kunnen worden.

Vooreerst is er de vergadering. Dit is het samenkomen of bijeenkomen op eenzelfde plaats van twee of meer personen, met een bepaald doel voor ogen, op een min of meer georganiseerde manier en voor een beperkte tijd. Deze kan nog onderverdeeld en gespecifieerd worden in verschillende subgroepen.

De samenkomst is een vergadering in een overdekte en gesloten plaats. Dit kan bijvoorbeeld de bezoekers van een filmvoorstelling zijn.

De bijeenkomst is een vergadering die in open lucht doorgaat. Een voorbeeld hiervan is het publiek dat een voetbalwedstrijd bijwoont.

De betoging is een soort mobiele bijeenkomst ter collectieve uitdrukking van een mening, waarbij sprake kan zijn van een band tussen de organisatoren en de deelnemers. Een voorbeeld is het onderwijzend personeel dat betoogt in Brussel tegen de besparingsplannen van de Vlaamse regering.

De meeting is een vergadering met een politiek, religieus, economisch of filosofisch doel. Dit kan een verkiezingsmeeting zijn, een vergadering in een zaal om over racisme te debatteren enzoverder.

De samenscholing is een verzameling van personen in open lucht of op een voor het publiek toegangkelijke plaats, gepaard gaande met enig tumult en rumoer, waarbij het inzicht om de openbare orde te verstoren niet noodzakelijk voorhanden moet zijn, maar waarbij er toch gevreesd kan worden dat de openbare orde zal verstoord worden. Een voorbeeld hiervan is dat naar aanleiding van een verkeersongeval mensen zich groperen en onder elkaar heftig de omstandigheden van het ongeval beginnen te becommentariëren.

De woelige of kwaadwillige samenscholing is een samenscholing waarbij sommige of alle deelnemers het inzicht hebben om de openbare orde te verstoren. Bijvoorbeeld na een voetbalwedstrijd willen de harde kernen de confrontatie aangaan op een groot parkeerterrein.

De gewapende samenscholing is een samenscholing waarbij een of meerdere personen een wapen dragen of voorwerpen dragen of vergezeld van dieren die gevaarlijk zijn voor de openbare veiligheid. Een voorbeeld hiervan is iemand die in het bezit wordt gevonden van stalen knikkers tijdens een betoging en er bestaat een rechtstreeks verband tussen de betoging en de aanwezigheid van deze knikkers.

De oproer is een samenscholing die de openbare rust verstoort en die een oproerig doel nastreeft, meerbepaald een verzet tegen de uitvoering van een rechterlijke beslissing, de schending van het respect en de gehoorzaamheid verschuldigd aan de drie machten of het innen van belastingen beletten. De leiders van de oproer handelen met een zekere voorbedachtheid en ageren niet alleen tegen bepaalde beslissingen van de overheid, doch tegen het gezag op zich van de gevestigde overheden. Een voorbeeld hiervan is een bestorming van het parlement.

De plundering is het met geweld en wanorde ontvreemden van bepaalde voorwerpen en goederen, evenals het veroorzaken van verwoestingen en vernietigingen zonder ontvreemding van bezittingen. Een voorbeeld hierbij is dat naar aanleiding van rassenrellen een harde kern doordringt in een groontwarenhuis en alles neemt wat niet te zwaar of heet is. Tot hiertoe het einde van alle mogelijke soorten vergaderingen.

De verkeersbelemmering kan beteugeld worden met meerdere wetteksten, zo is er het Strafwetboek, de Wegcode, en de Wet op het Politieambt.

De staking is een recht dat niet uitdrukkelijk in de Grondwet of een wet erkend wordt, maar maakt een deel uit van de vrijheid van vereniging. Staken is het door een aanmerkelijke groep van personen in dienstbetrekking opzettelijk en tijdelijk niet verrrichten van de bedongen arbeid, als dwangmiddel ter bereiking van een bepaald doel. Het spreekt voor zich dat we hier altijd met delicate materie te maken hebben, en ons opportuniteitsbeginsel enorm in het achterhoofd moeten houden.

De stakerspost is een toegelaten stakersactiviteit die hoofdzakelijk gebruikt wordt met het inzicht om niet-stakers te overtuigen deel te nemen aan de syndicale actie, of om de syndicale eisen kenbaar te maken mits adequate middelen en zodoende steun te bekomen van het publiek. Deze kan actief zijn (fysiek geweld tegen niet-stakers) of passief (geen fysiek geweld, enkel het uitjouwen van werkwilligen). De actieve stakerspost is dus onwettelijk, terwijl een passieve stakerspost wel kan. Een stakerspost wordt ook onwettelijk indien zij alle mogelijke toegangen tot de werkplaats beletten. Misdrijven zijn steeds grensoverschrijdend en maken dit dus niet wettelijk.

De post van werkwilligen is het tegengestelde. Dit is een tijdelijke organisatie van personen die zijn oorsprong vindt in een sociaal conflict, en die de actie van stakersposten beoogt tegen te werken. Ook hier moet het onderscheid gemaakt worden tussen een actieve en passieve post.

De lock-out (of uitsluiting) is een dwangmaatregel van een of meer werkgevers, waardoor een groep personen in dienstbetrekking, ter bereiking van een bepaald doel, gemeenschappelijk en tijdelijk worden verhinderd hun arbeid te verrichten. Het gaat hier dus om de collectieve wegzending van het personeel met als doel hen bezoldigingen te ontzeggen. Simpeler gezegd, het bedrijf wordt gesloten, niet om economische redenen maar om de eisen van de baas kracht bij te zetten.

De bezetting van werkplaatsen, of bedrijfsbezetting, is het onder feitelijk gezag nemen van een bedrijf door een groep personen in dienstbetrekking teneinde bepaalde beslissingen te verhinderen. Het is de tijdelijke ontneming van eigendom door werknemers tegen de wil van de werkgever, teneinde het werk te verhinderen.

Bijzondere taken voor de politie, zoals een taak die nergens omschreven staat maar essentieel is voor de politie, is de bemiddeling tussen de verschillende partijen. De politie bevindt zich op het terrein, ondervindt het zwaartepunt van de actie en tracht door onderhandelingen een compromis te bereiken. Daar collectieve acties vaak worden beëindigd door de rechter in kortgeding zal de politie bij de betekening van het vonnis bijstand moeten verlenen aan de gerechtsdeurwaarder om deze te beschermen tegen eventueel gewelddadig verzet.

De inlichtingencyclus

Het goede beheer van de inlichtingencyclus is een belangrijke taak voor de politie. De taak van de politie wordt immers vergemakkelijkt als de potentiële manifestant, zijn leiders en de sociale context gekend zijn. Goede informatie leidt vaak tot het welslagen van een ordedienst. In dit raam is het nodig om elke groepering of individu, waarvan de actie de aantasting van de openbare orde kan veroorzaken, te ontdekken, te registreren (RAR, bijlage 2 en 3) en op te volgen. De sociale, politieke, culturele, ethische, taalkundige en economische actualiteit te volgen om de gebeurtenissen te ontdekken die opiniestromingen kunnen veroorzaken die luidructhige of gewelddadige reacties tot gevolg kunnen hebben. Dit wordt geregistreerd in een RAR, bijlage 1. Tevens moet ook een documentatie bijgehouden worden die toelaat om bij (dreiging tot) onrust, over voldoende exploiteerbare beoordelingselementen te beschikken om het manoevreplan te bepalen.

De leiding van de opsporingsinspanning is een taak voor het commando van de politie, binnen de krijtlijnen bepaald door de overheden.

De inzameling van de informatie is een taak voor elke politieambtenaar. Aangezien het vooral de (hoofd)inspecteur is die de buitendienst verzekert, kunnen we hieruit besluiten dat hij een voorname rol speelt bij de inzameling van deze informaties. De inzameling van de informatie met betrekking tot de terroristische, subversie en extremistische groeperingen komt toe aan de FGP, SIOO (Federale Gerechtelijke Politie, Sectie Informatie Openbare Orde).

De politieambtenaar vervult deze opdracht om informatie in te zamelen, hetzij ingevolge een bevel om bepaalde informatie in te winnen, of op initiatief. De voornaamste bronnen die de politieambtenaar zal raadplegen zijn de patronale milieus en vakbonden, de bevolking, de openbare en privé organisaties zoals de DIV, en informanten. De politieambtenaar moet vele kwaliteiten bezitten in het raam van de informatie-inzameling, zoals de keuze van de te contacteren personen, de opzoekingsgeest door pertinente vragen te stellen, de aandacht, de tact, de discretie en de objectiviteit.

De informatie wordt geëvalueerd volgens bepaalde quotas. Zo is een quotering op de herkomst, en een op de juistheid. Deze op de herkomst wordt aangeduid door A, B, C of X, waarbij A betrouwbaar is en C niet betrouwbaar, en X betekend dat het niet te beoordelen valt. De juistheid wordt gequoteerd op een schaal van 1 tot 4, waarbij 1 zeker betekend en 4 gehoord en niet bevestigd. 2 is waargenomen door de bron en 3 gehoord en bevestigd.

Dieper ingaand op de quotering van de herkomst, wordt met A bedoeld dat er geen twijfel is over de betrouwbaarheid van de bron (bv politieambtenaar) of dat de bron in het verleden in alle gevallen betrouwbaar is gebleken (bv een jarenlange informant). Met B wordt bedoeld een bron die in het verleden meestal betrouwbaar gebleken is, en met C dat de bron eerder onbetrouwbaar gebleken is in het verleden. Indien men een X quoteerd betekend dit dat de bron nog nooit eerder is gebruikt (bv een anonieme telefoon of informant de 1ste keer), of dat deze al eerder gebruikt is maar de gegevens ontbreken om te evalueren.

Bij de quotering van de juistheid wordt bij 1 bedoeld dat het gegeven juist is zonder twijfel. Deze evaluatie wordt uitsluitend toegekend in combinatie met de broncode A. Met 2 wordt bedoeld dat het gegeven door de bron zelf waargenomen is, en 3 dat het niet door de bron is waargenomen, maar extern bevestigd kon worden door andere informatie. Met 4 is het gegeven niet door de bron waargenomen en ook niet bevestigd door andere informatie.

De informatie kan dan worden verspreid naar de hogere niveaus. Dit gebeurd van ons naar de korpschef, dan de DirCo en dan het DAO. Hierna zal het DAO de informatie die nuttig blijkt verspreiden naar de lokale DirCo, dewelke het daarna aan de nodige korpschef zal bedelen.

Het gebruik van de informatie zal dan ten slotte door het operationeel bevoegde niveau aangewend worden binnen de juiste context. Denk hierbij aan het bepalen van de te volgen reisweg door manifestanten.

Besluit

De bestuurlijke politie in het raam van de gemeenschapsgerichte politiezorg wordt vertaald in artikel 1 van de Wet op het Politieambt dat stelt : “ De politiediensten vervullen hun opdrachten onder het gezag en de verantwoordelijkheid van de overheden die daartoe door of krachtens de wet worden aangewezen. Bij het vervullen van hun opdrachten van bestuurlijke of gerechtelijke politie, waken de politiediensten over de naleving en dragen zij bij tot de bescherming van de individuele rechten en vrijheden, evenals tot de democratische ontwikkeling van de maatschappij.” Als een samenleving vlot en goed wil functioneren dan dient er orde te heersen. Enkel op deze manier kan elk individu ten volle van zijn fundamentele rechten en vrijheden genieten.

De overheid stelt dus een aantal regels op die als een contract dienen tussen de overheid en de bevolking. De overheid zal er op toezien dat deze regels (= wetgeving) door iedereen gerespecteerd worden. Dit is één van de bestaansredenen van de politiediensten. In dit raam zal het actieterrein van de politie zich richten op iedereen zonder onderscheid van ras, cultuur, religieuze of politieke overtuiging.

Bij de uitoefening van de taken van bestuurlijke politie is de politie een partner die zijn bijdrage levert tot het harmonisch verloop van het leven in de gemeenschap, al is dit vaak in een beteugelende rol die dan wel objectief moet worden toegepast. Van al onze handelingen in het raam van bestuurlijke politie zullen we te allen tijde rekenschap moeten kunnen geven, hetzij op initiatief hetzij op vraag. Met gemeenschapsgerichte politiezorg trachten de politiediensten te streven naar een klantgerichte (zowel individu als maatschappij), kwaliteitsvolle dienstverlening in een geest van partnerschap.

De politie zal dus niet geïsoleerd functioneren, doch in samenwerking met allerlei geledingen van de maatschappij (buurtcomités, vakbonden, hulpdiensten, ...) en andere diensten die deel uitmaken van de openbare macht (andere politiediensten, het leger, de brandweer en de civiele bescherming).

Belangrijkste punten

  • Orde is noodzakelijk, de uitoefening van grondrechten kan niet ongeremd zijn
  • Wet op het politieambt is de leidraad
  • GBOR heeft drie kenmerken:
    • Dynamisch (Twee principes toetsen voor beslissing, nl. legaliteit en opportuniteit)
    • Evolutief (Inhoud kan variëren in functie omstandigheden)
    • Abstract (OO moet in de realiteit concreet ingevuld worden)
  • Openbare orde is nooit een doel op zich, is ten dienste van het algemeen belang
  • Definitie OO: Openbare rust is een samenloop van rust, veiligheid en gezondheid die in de samenleving moet heersen en die door de overheid wordt nagestreefd, teneinde de uitoefening van de grondwettelijke rechten te verzekeren en zo een harmonieuze ontwikkeling van de maatschappij te bekomen
  • Kort samengevat: De nodige maatregelen die het hoger doel nastreven de openbare veiligheid en rust te kunnen garanderen
  • Drie materiële componenten van Openbare Orde:
    • Openbare rust
    • Openbare veiligheid
    • Openbare gezondheid
  • De invulling van het abstracte begrip van O.O. zijn subjectieve beoordelingen, die niet arbitrair zijn (moet verantwoording voor worden afgelegd) en wordt ingevuld door de bestuurlijke overheid (burgermeester, gouverneur of minister). Er zijn ook controlemechanismen ter objectivering van de subjectieve beoordelingen.
  • Er zijn vier objectieve regels voor beperking in het besluitingsrecht:
    • Rekening houden met hogere rechtsgronden
    • Rekening houden met de college's en of ministerraden
    • Rekening houden met het draagvlak (herverkozen willen worden e.d.)
    • De Raad van State kan een beslissing vernietigen
  • De morele openbare orde heeft een enkele component, namelijk de openbare zedenlijkheid
  • Een bestuurlijke overheid is enkel bevoegd voor de materiële openbare orde, de gerechtelijke overheid voor de morele openbare orde
  • Een bestuurlijke overheid is enkel voor drugs bevoegd inzake de morele openbare orde, een voorbeeld hiervan is het tijdelijk sluiten dancing wegens gekend drugsgebruik
  • Het onderscheid tussen bestuurlijke en gerechtelijke politie is het verschil tussen preventie (bestuurlijk) versus de gerechtelijke politie (repressie).
  • Er zijn hier wel drie nuanceringen:
    1. Bijvoorbeeld perimeter instellen na misdrijf is nog steeds bestuurlijke politie
    2. Bijvoorbeeld pro-actieve recherche en BOM-wetgevingen
    3. Soms is gerechtelijke politie ook preventief, bijvoorbeeld ontrading door sterk politiewerk
  • Definitie van bestuurlijke politie: Bestuurlijke politie is het geheel van bevoegdheden die door of krachtens de wet worden toegekend aan de bestuurlijke overheden en hen toelaten, desnoods met dwang, met het oog op de handhaving van de openbare orde de uitoefening van de grondrechten te beperken overeenkomstig de wet en het algemeen belang.
  • Art 14 WPA in het kort:
    1. Handhaving Openbare Orde
    2. Voorkomen misdrijven
    3. Beschermingsopdrachten
    4. Verlenen bijstand aan mensen in gevaar of nood
  • Hoe wordt dit ingevuld?
    • Algemeen toezicht en patrouilleren en controleren
    • Verslaggeving door RAR (Rapport Administratif Rapport) ("PV" bestuurlijke politie), Inlichtingen-pv's, ..
    • Bestuurlijke maatregelen nemen zoals verkeersregel, ontruiming, ..
    • Contacten onderhouden met partners en overheden
  • De OBP is vanaf de graad van commissaris
  • Waarom heb je de OBP nodig?
    1. Ontruimen
    2. Fouilleren
    3. Bestuurlijke inbeslagnames
    4. Bestuurlijke vrijheid beroven
    5. Vorderen van bijstand van andere politieambtenaren
  • De OBP dient niet ter plaatse te zijn voor de maatregelen te overzien, en ze kunnen zelf de terugroepbaarheid zelf beoordelen
  • Verschil openbare en privévergadering, omdat er verschil is tussen privé en openbare bevoegdheden
  • Openbare vergadering:
    • Normale aard van plaats: bv. privé-woning vs marktplein
    • Bestemming van ee plaats: openbaar van aard kan privé worden
    • De toegangsmodaliteiten tot een plaats:
      • Schriftelijke of mondelinge persoonlijke en individuele uitnodiging
        • Een lidkaart van de organiserende vereniging
        • Nominatieve uitnodiging
        • Vooraf opgestelde deelnemerslijst
        • Toegangscontrole aan alle ingangen van begin tot einde en enkel 'genodigden' of 'gekenden' mogen binnen (hierbij beslist de organisator)
        • Hierbij hoort niet de betaling of voorwaarde waaraan men kan voldoen (hierbij beslist de deelnemer)
  • Rechten en beperkingen van vergaderingen
    • Belangrijkste beschermde vrijheden zijn:
      1. Vrijheid van vergadering
      2. Vrijheid van de persoon
      3. Onschendbaardheid van de woning
      4. Vrijheid van meningsuiting
      5. Vrijheid van vereniging
    • Gelijkheidsbeginsel: geen onderscheid op grond van ..
    • Beperkingen aan de grondrechten zijn mogelijk:
      1. Wettelijk bepaald
      2. Ter bescherming van de openbare orde
      3. Ter voorkoming van misdrijven
      4. Ter bescherming van de grondrechten van anderen
  • Als door de uitoefening van de grondrechten de openbare orde kan worden verstoord, kan de bestuurlijke overheid politiemaatregelen nemen
  • Er moet een evenwicht nagestreefd worden tussen de rechten en de openbare orde
  • Politiemaatregelen zijn steeds te verantwoorden in het licht van de openbare orde, met drie soorten:
    1. Preventief: Algemene draagwijdte en voor de uitoefening van de vrijheid (bv iets verbieden)
    2. Repressief: Nadat de orde werd verstoord en ten opzichte van de ordeverstoorder (bv sproeiwagens e.d.)
    3. Regelend: Vrijheid kan worden uitgeoefend onder bepaalde voorwaarden (bv parcours dat afgelegd moet worden)
  • Drie verschillende grondwettelijke vergaderingen:
    1. De privé-vergadering: Art 15
    2. De openbare vergadering in een gesloten en overdekte ruimte: Art 26, 1°
    3. De openbare vergadering in open lucht: Art 26, 2°
  • Neutrale zone: absoluut verbod op vrijheid van meningsuiting
  • Private militie: uitzondering op de vrijheid van vereniging
  • Private militie is een vereniging met het oogmerk op het plegen van geweld of de politie of het leger te vervangen
  • Gebeurtenissen die de openbare orde kunnen verstoren:
    • De vergadering:
      • Samenkomst: overdekte/gesloten plaats
      • Bijeenkomst: open lucht
      • Betoging: Mobiele bijeenkomst die bepaalde mening uitdrukt
      • Meeting: Vergaderen met een politiek/religieus/economisch/.. doel
      • Samenscholing: Verzameling van personen in open lucht waarbij wanorde is, maar er kan worden gevreesd voor openbare ordeverstoring
      • Oproer: Samenscholing met als doel visering van de overheid
      • Plundering: met geweld en wanorde ontvreemden vanbepaalde goederen, alsook veroorzaken van verwoesting en vernietiging zonder ontvreemding van goederen
    • Verkeersbelemmering
      • Strafwetboek
      • Wegcode
      • WPA
    • Staking
    • Een staking is een groep van mensen in arbeidscontract die besluiten om tijdelijk en opzettelijk het arbeidscontract niet uit te voeren om druk te zetten om een bepaald doel te bereiken
      • Onderdeel van vrijheid van vereniging
      • Delicate toestand om tegen op te treden: opportuniteit!
      • Nooit preventief verbieden
      • Economische schade =/= verboden, materiële schade wel
      • Stakerspost: Passief (legaal) vs actief (illegaal)
      • Post van werkwilligen: Een groep van werkwilligen die een passieve post (wettelijk) opzetten, actief is niet wettelijk
      • Uitsluiting (lock-out): De werkgever heeft het recht opzettelijk en tijdelijk het contract niet nakomen. (Bv poort gaat niet open)
      • Bedrijfsbezetting: toezicht houden e.d., na betekening vonnis kan er pas leeggemaakt worden
      • Bemiddeling door de politie
      • Verlenen sterke arm bij betekening vonnis
  • De inlichtingencyclus:
  • De vijf fases:
    1. De leiding van de opsporingsinspanning: taak commando
    2. De inzameling van informatie: voornaamste bronnen, kwaliteiten, ..
    3. De evaluatie van de informatie: Volledigheid?
    4. Verspreiding van de informatie: Korpschef - DirCo - DAO - DirCo - Korpschef
    5. Het gebruik van de informatie: Nemen politie maatregelen etc
  • Kritiek van herkomst:
    1. A: Betrouwbaar
    2. B: Meestal betrouwbaar
    3. C: Niet betrouwbaar
    4. X: Niet te beoordelen
    1. 1: Zeker (bv politieambtenaar heeft het gezien)
    2. 2: Waargenomen door de bron
    3. 3: Gehoord en bevestigd
    4. 4: Gehoord en niet bevestigd
  • De verspreiding van info gaat van KC naar AIK naar DAO naar AIK naar KC