Universele verklaring van de rechten van de mens
Europees verdrag voor de rechten van de mens
Wet op de geïntegreerde politie, gestructureerd op 2 niveau's
Deontologie is het geheel van gedrag en regels die de goede orde en zeden bewaren binnen de organisatie. Dit wordt vergemakkelijkt en vastgelegd door verschillende wetgevingen zoals hierboven beschreven. Een hulpmiddel om een keuze te kunnen maken bij een moreel of ethisch dilemma is het model van Cooper, dat bestaat uit vijf stappen.
Het model van Cooper wordt gebruikt in vijf stappen om een dilemma mee op te lossen. Belangrijk hier is de actoren kunnen beschrijven, het probleem kunnen herkennen, hier alle mogelijke oplossingen voor zoeken en hun gevolgen kunnen beschrijven, om uiteindelijk tot een goede keuze te komen.
Professioneel profileren is een manier om mogelijke daders te zoeken en identificeren aan de hand van objectieve criteria. In tegenstelling tot etnisch profileren, waarbij subjectieve criteria zoals huidskleur en afkomst aan de basis liggen, wordt bij professioneel profileren gekeken naar omstandigheden. Zo zal bij etnisch profileren een persoon met Noord-Afrikaanse afkomst 's avonds alleen op straat gecontroleerd worden, en bij professioneel profileren zal diezelfde persoon enkel gecontroleerd worden als er nog bijkomende omstandigheden zijn, zoals bijvoorbeeld dat het een gekend punt is voor drugshandel. Hierbij zal ook iedere persoon gecontroleerd worden die op deze plaats aanwezig is 's nachts.
De vier stappen binnen het professioneel profileren zijn selecteren, motiveren, verbindend communiceren en reflecteren. Bij het selecteren wordt gekeken naar objectieve kenmerken van plaats, omstandigheden en voorkennis. Bij het motiveren wordt gekeken of de selectie belangrijk genoeg is om over te gaan tot een controle. Tijdens deze controle wordt er altijd respectvol omgegaan met de klanten alsook verbinden gecommuniceerd. Verbindend communiceren geschiedt in vier stappen, die elkaar telkens beïnvloeden. Deze zijn waarneming, gevoel, waarde en behoefte. Tenslotte wordt er na de controle gereflecteerd om zichzelf en de procedures steeds te kunnen verbeteren.
Organisatiecultuur is de verzameling van normen, waarden en gedragsuitingen die gedeeld worden door de leden van de organisatie en de leden aan elkaar en aan de organisatie bindt.
De organisatiecultuur is vaak zichtbaar in verschillende aspecten van een organisatie zoals werkuren en bedrijfsstructuur. De organisatiecultuur kan zich ook uiten in uiterlijkheden, zoals kleding, inrichting en omgangsvormen. Sommige leden van de organisatie hebben door hun positie, kennis of uitstraling een grotere invloed op de cultuur dan anderen. Een organisatiecultuur die eenmaal is gevestigd, kan zo sterk zijn dat nieuwe leden in de organisatie zich de daarbij behorende gedragingen, houding en normen snel eigen maken.
Normvervaging is de uitholling van deze normen en waarden of een aantasting van het normsysteem, dat zich uit in buitensporig en deviant gedrag. Dit heeft een invloed op de publieke perceptie jegens de organisatie. Zo kan er bijvoorbeeld gekeken worden naar het gedrag tegenover mensen die van hun vrijheid zijn beroofd. Als men hierbij agressiever en onbeleefder begint, en grenst aan mensonterende omstandigheden is er een grote normvervaging ten opzichte van als deze mensen volgens de deontologische code correct behandeld worden.
De politieambtenaren dragen te allen tijde en in alle omstandigheden bij tot de bescherming van de medeburgers en tot de bijstand die deze laatsten mogen verwachten, alsook, wanneer de omstandigheden het vereisen, tot het doen naleven van de wet en tot het behoud van de openbare orde. Zij nemen de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden in acht en verbinden zich ertoe die te doen naleven. (art 123 GWP)
Het statuut van de politieambtenaren waarborgt de uitoefening van het gezag. (art 124 GWP)
Het statuut van de politieambtenaren waarborgt hun beschikbaarheid. De politieambtenaren moeten gevolg geven aan elke oproep in verband met het vervullen van de dienst en alles vermeden dat het vertrouwen van het publiek in hun beschikbaarheid kan schaden. De politieambtenaren mogen niet zonder toelating of rechtvaardiging van hun dienst wegblijven. Wanneer zij meer dan tien dagen onregelmatig afwezig zijn gebleven, worden zij, onder de voorwaarden bepaald door de Koning, van ambtswege uit hun ambt ontslagen. Dit ontslag heeft voor de betrokken personen het verlies van hun hoedanigheid van personeelslid van hun politiekorps tot gevolg. Die maatregel wordt genomen door de Koning indien Hij het betrokken personeelslid in zijn laatste graad heeft benoemd en, naargelang van het geval, door de minister van Binnenlandse Zaken, de burgemeester of het politiecollege, in de andere gevallen. (art 125 WGP)
Het statuut van de politieambtenaren waarborgt hun onpartijdigheid. Zij moeten elke handeling of houding vermeden waardoor dit vermoeden van onpartijdigheid zou kunnen worden aangetast. De politieambtenaren moeten elke willekeur bij hun optreden uitsluiten, door inzonderheid te vermijden dat ze, bij hun wijze van optreden of uit hoofde van de aangelegenheid waarvoor zij optreden, afbreuk doen aan de onpartijdigheid die de burgers van hen mogen verwachten. De politieambtenaren moeten er zich in alle omstandigheden van onthouden in het openbaar uiting te geven aan hun politieke overtuiging en zich in het openbaar in te laten met politieke activiteiten. Zij mogen geen kandidaat zijn voor een politiek mandaat. (art 127 WGP)
Het statuut van de politieambtenaren waarborgt hun integriteit. De politieambtenaren moeten elk misbruik bij hun optreden uitsluiten. Het is de personeelsleden verboden, zelfs buiten hun functies, maar uit dien hoofde, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenpersonen, giften, beloningen of welke voordelen ook te vragen, te eisen of aan te nemen. (art 130 WGP)
Het statuut van de politieambtenaren, waarborgt het beroepsgeheim en het bevat een discretieplicht. Het is de politieambtenaren verboden, zelfs na het beëindigen van hun ambt, die gegevens bekend te maken die betrekking hebben op 's lands veiligheid de bescherming van de openbare orde, de financiële belangen van de overheid, het voorkomen en bestraffen van strafbare feiten, het medisch geheim, de rechten en vrijheden van de burger, en in het bijzonder op het recht op eerbied voor het privé-leven. Dit verbod geldt bovendien voor gegevens die betrekking hebben op de voorbereiding van alle beslissingen. (art 131 WGP)
Het personeelslid vermijdt elke gedraging, zelfs buiten de uitoefening van het ambt, die het vervullen van de ambtsplichten in de weg kan staan of met de waardigheid van het ambt strijdig is. De politieambtenaren moeten eerbied tonen voor het Staatshoofd, de andere gestelde machten en de overheidsinstellingen. (art 132 WGP)
Waarom is integriteit belangrijk?
Hoe is GGPZ tot stand gekomen?
5 pijlers GGPZ plus korte uitleg
Organisatiecultuur & normvervaging uitleggen
Wet op de geïntegreerde politie artikel 123 en verdere
Het opzoeken van waarden en normen in het boekje deontologie
GDPR na 2006 & gegevensbeschermingswet art 44
Model van Cooper in 5 stappen
Concept mensenrechten zijn meest fundamentele rechten, maar niet absoluut.
Een kleine uitleg kunnen geven over artikels in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
Discretionaire bevoegdheid kunnen uitleggen
Handelingskader professioneel profileren
De vier stappen van professioneel profileren