Wet op het Politieambt (05/08/1992), art 28
§ 1. De politieambtenaren kunnen bij het vervullen van hun opdrachten van bestuurlijke politie en om er zich van te vergewissen dat een persoon geen wapen draagt of enig voorwerp dat gevaarlijk is voor de openbare orde, een veiligheidsfouillering doen in de volgende gevallen :
De veiligheidsfouillering gebeurt door het betasten van het lichaam en de kleding van de gefouilleerde persoon evenals door de controle van de bagage. Zij mag niet langer duren dan de daartoe noodzakelijke tijd en de persoon mag te dien einde niet langer dan één uur worden opgehouden. In de in 3° en 4° bedoelde gevallen wordt de fouillering uitgevoerd op bevel en onder verantwoordelijkheid van een officier van bestuurlijke politie; zij wordt uitgevoerd door een politieambtenaar van hetzelfde geslacht als de gefouilleerde.
Bij het vervullen van hun gerechtelijke opdrachten, kunnen de politieambtenaren een gerechtelijke fouillering verrichten van de personen die het voorwerp uitmaken van een gerechtelijke [1 vrijheidsbeneming]1, alsook van de personen ten aanzien van wie aanwijzingen bestaan dat zij overtuigingsstukken of bewijsmateriaal in verband met een misdaad of wanbedrijf bij zich dragen.
De gerechtelijke fouillering mag niet langer duren dan de daartoe noodzakelijke tijd en de persoon mag te dien einde niet langer dan zes uur worden opgehouden. De gerechtelijke fouillering wordt uitgevoerd overeenkomstig de richtlijnen en onder verantwoordelijkheid van een officier van gerechtelijke politie.
De politieambtenaren kunnen personen die in een cel worden opgesloten vooraf op het lichaam fouilleren. Deze fouillering heeft tot doel zich ervan te vergewissen dat de persoon niet in het bezit is van voorwerpen of stoffen die gevaarlijk zijn voor hemzelf of voor anderen of die van die aard zijn een ontvluchting te vergemakkelijken en mag niet langer duren dan de daartoe noodzakelijke tijd.
Zij wordt uitgevoerd door een politieambtenaar of een andere persoon van hetzelfde geslacht als de gefouilleerde en naargelang van het geval, overeenkomstig de richtlijnen en onder verantwoordelijkheid van een officier van bestuurlijke of gerechtelijke politie.
De politieambtenaar kan beslissen tot het volledig, in fasen, ontkleden van de te fouilleren persoon, indien er individuele aanwijzingen zijn die dit noodzakelijk maken en wanneer het te bereiken doel niet verwezenlijkt kan worden door een onderzoek van de kledij en het betasten van het lichaam, of door het gebruik van een metaaldetector of ieder ander technisch middel.
De fouillering met volledige ontkleding wordt uitgevoerd overeenkomstig de richtlijnen en onder de verantwoordelijkheid van een officier van bestuurlijke of gerechtelijke politie. De ontkleding moet gradueel, in fasen, gebeuren, door eerst het bovenlichaam te ontbloten en vervolgens, nadat de persoon zich opnieuw heeft kunnen aankleden, het onderlichaam te ontbloten. De graad van ontkleding moet legitiem en redelijk zijn en in verhouding staan tot de gezochte voorwerpen of stoffen.
In geval van weigering door de gecontroleerde persoon om zich vrijwillig aan een fouillering met volledige ontkleding te onderwerpen, kan de officier van bestuurlijke of gerechtelijke politie opdracht geven tot het gebruik van dwang om over te gaan tot de ontkleding van de betrokkene.
Zowel systematische als collectieve fouilleringen met volledige ontkleding zijn verboden.
De fouillering met volledige ontkleding, desgevallend met het oog op het uitwendig schouwen van de openingen en de holten van het lichaam, dient aan de volgende bijkomende voorwaarden te beantwoorden:
Minderjarigen kunnen slechts onderworpen worden aan een fouillering met volledige ontkleding, na een gerechtelijke vrijheidsbeneming en mits toestemming van de procureur des Konings.
Elke fouillering, met volledige ontkleding, moet gemotiveerd worden en die motivatie moet aan de persoon die deze dwangmaatregel ondergaat meegedeeld worden, en maakt het voorwerp uit van een registratieplicht in het proces-verbaal en desgevallend in het register van de vrijheidsberovingen bedoeld in artikel 33bis. Dit register wordt opgenomen in de basisgegevensbanken bedoeld in artikel 44/11/2. Minstens volgende elementen worden met toepassing van de in het vorige lid bedoelde registratieplicht in het proces-verbaal geregistreerd:
Een onderzoek aan het lichaam kan enkel door een arts of geneesheer gebeuren. Dit gebeurt ook enkel op bevel van de gerechtelijke overheden, of bij een meerderjarige met toestemming. De bevoegde overheden in deze materie zijn de onderzoeksrechter, de Kamer van Inbeschuldigingsstelling, de rechtbank en bij uitzondering en op heterdaad, de Procureur des Konings.
Soorten fouilles
Waarop letten?
Veiligheidsfouille
Ook bestuurlijke of administratieve fouille genoemd (verouderd)
Gerechtelijke fouille
Fouille opsluiting in de cel
Quid minderjarigen?
Onderzoek aan het lichaam
Dwang
Ontkleding