De GAS-wetgeving is een wetgeving die het mogelijk maakt om inbreuken op gemeentelijke reglementen te bestraffen met administratieve sancties. Deze wetgeving is in het leven geroepen om de hoge werklast van de politie te verlichten, aangezien de meeste PV's voor inbreuken op lokale politiereglementen geseponeerd werden. De wetgeving is van toepassing op alle gemeenten in België, en is van toepassing op alle inbreuken op gemeentelijke reglementen, tenzij voor dezelfde inbreuken door of krachtens een wet, decreet of ordonnantie, straffen of administratieve sancties worden bepaald.
Er zijn enkele uitzonderingen op de GAS-wetgeving. Zo is de wetgeving niet van toepassing op inbreuken op de openbare orde, tenzij deze betrekking hebben op de materiële openbare orde. Ook zijn er enkele gemengde inbreuken waarvoor de GAS-wetgeving niet van toepassing is, tenzij de hogere regelgeving uitdrukkelijk in de mogelijkheid voorziet.
De gemeenteraad is bevoegd om straffen of administratieve sancties te bepalen voor de inbreuken op zijn reglementen of verordeningen. De gemeenteraad kan er ook voor kiezen om een algemeen politiereglement aan te nemen dat identiek is voor: 1 politiezone, meerdere politiezones of alle andere politiezones van hun gerechtelijk arrondissement
Er zijn vier mogelijke sancties die kunnen worden opgelegd voor inbreuken op gemeentelijke reglementen: Administratieve geldboete, administratieve schorsing van een door de gemeente afgeleverde toelating of vergunning, administratieve intrekking van een door de gemeente afgeleverde toelating of vergunning of een tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een inrichting. De administratieve geldboete bedraagt maximaal 500 euro voor meerderjarigen en 175 euro voor minderjarigen.
Er is sprake van herhaling wanneer de overtreder reeds werd gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de 24 maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk. De vaststelling van meerdere samenlopende inbreuken op dezelfde reglementen of verordeningen, geeft aanleiding tot één enkele administratieve sanctie, in verhouding tot de ernst van het geheel van de feiten.
Er zijn twee alternatieve maatregelen die kunnen worden opgelegd voor inbreuken op gemeentelijke reglementen: Gemeenschapsdienst en Lokale bemiddeling. De gemeenschapsdienst is een prestatie van algemeen belang, uitgevoerd door de overtreder ten gunste van de collectiviteit. De gemeenschapsdienst mag niet meer dan 30 uur bedragen en moet binnen een termijn van 6 maanden worden uitgevoerd. Lokale bemiddeling kan worden toegepast indien de gemeenteraad dit heeft voorzien en met instemming van de overtreder.
Het gemeentereglement moet de mogelijkheid voorzien, de sanctionerend ambtenaar oordeelt of deze alternatieve maatregel al dan niet aangewezen is en de overtreder moet akkoord gaan met de gemeenschapsdienst.
De gemeenschapsdienst is een prestatie van algemeen belang, uitgevoerd door de overtreder ten gunste van de collectiviteit. De gemeenschapsdienst mag niet meer dan 30 uur bedragen en moet binnen een termijn van 6 maanden worden uitgevoerd. Indien de sanctionerend ambtenaar vaststelt dat de gemeenschapsdienst is uitgevoerd, kan geen geldboete meer worden opgelegd. Dit kan bijvoorbeeld een opleiding of een onbetaalde prestatie zijn.
Lokale bemiddeling kan worden toegepast indien de gemeenteraad dit heeft voorzien en met instemming van de overtreder.
Bij lokale bemiddeling worden de partijen onderhandeld en beslist over de schadeloosheid. Eventueel kan er een maatregel van gemeenschapsdienst worden opgelegd. Indien de sanctionerend ambtenaar vaststelt dat de lokale bemiddeling heeft plaatsgevonden, kan geen geldboete meer worden opgelegd.
Er zijn vier gradaties van GAS-inbreuken: GAS 1, GAS 2, GAS 3 en GAS 4. GAS 1 betreft administratieve inbreuken, zoals zwerfvuil en sluikstorten. GAS 2 betreft lichte gemengde inbreuken, zoals het bedrieglijk wegnemen van een zaak en eenvoudige diefstal. GAS 3 betreft zware gemengde inbreuken, zoals opzettelijke slagen en verwondingen en beledigingen. GAS 4 betreft verkeersinbreuken, zoals parkeren en stilstaan en fietsen in een voetgangerszone.
GAS 1 bevat de administratieve inbreuken, zoals zwerfvuil en sluikstorten.
GAS 2 bevat lichte gemengde inbreuken, zoals het bedrieglijk wegnemen van een zaak en eenvoudige diefstal, het vernielen of beschadigen van grafstenen, monumenten, standbeelden en voorwerpen tot openbare versiering bestemd, het zonder toestemming aanbrengen van graffiti op roerende en onroerende goederen, het opzettelijk beschadigen van andermans onroerende eigendommen, het kwaadwillig omhakken van bomen, het vernielen van landelijke of stedelijke afsluitingen, het opzettelijk beschadigen of vernielen van andermans roerende eigendommen, het zich schuldig maken aan nachtgerucht of nachtrumoer waardoor de rust van de inwoners kan worden verstoord, het opzettelijk beschadigen van stedelijke of landelijke afsluitingen, het plegen van feitelijkheden of lichte gewelddaden en het zich in de voor het publiek toegankelijke plaatsen begeven met het gezicht geheel of gedeeltelijk bedekt of verborgen.
GAS 3 bevat zware gemengde inbreuken, zoals opzettelijke slagen en verwondingen, beledigingen en het geheel of gedeeltelijk vernielen of het onbruikbaar maken van rijtuigen, wagons en motorvoertuigen, met het oogmerk om te schaden.
GAS 4 bevat verkeersinbreuken, zoals parkeren en stilstaan, fietsen in een voetgangerszone en het negeren van een C3-bord.
Met uitzondering van leden van het operationeel kader en de bijzondere veldwachter in het kader van zijn bevoegdheden, die alle GAS 1 t/m 3 kunnen vaststellen, kan GAS 1 vastgesteld worden door gemeenteambtenaren, gemeenschapswachten-vaststeller, provinciale- en gewestelijke ambtenaren, personeel van een intergemeentelijk samenwerkingsverband, personeel van een autonoom gemeentebedrijf en personeelsleden van openbare vervoersmaatschappijen. Personeelsleden van een bewakingsonderneming kunnen enkel een melding doen. De vaststellingen van GAS hebben geen bijzondere bewijswaarde.
De bestemmeling van de vaststelling van de inbreuk hangt af van het soort inbreuk. GAS 1 wordt naar de sanctionerend ambtenaar gestuurd, terwijl GAS 2 en 3 naar de Procureur des Konings worden gestuurd. GAS 1 voor minderjarigen wordt naar de Procureur des Konings gestuurd, terwijl GAS 2 en 3 een afschrift krijgen naar de sanctionerend ambtenaar.
Het protocolakkoord is facultatief, maar dient om de werking tussen de sanctionerend ambtenaar en de Procureur des Konings te verbeteren.