Jeugdwetgeving

Wetgevend kader

Decreet integrale jeugdhulp
Gemandateerde jeugdhulp

Inleiding

Jeugdwetgeving valt het beste samen te vatten in twee grotere stukken, met elks hun eigen finaliteit. Zo is er eerst en vooral de verontrustende opvoedingssitatie, of VOS, waarbij het preventieve luik aangesproken wordt. Kom je bijvoorbeeld een situatie tegen waarbij de integriteit van de minderjarige of één of meerdere van de leden van het gezin waartoe de minderjarige behoort niet meer gewaarborgd kan worden, of de ontwikkelings- of ontplooiingskansen in het gedrang komen, dan kan je als hulpverlener oordelen dat jeugdhulpverlening maatschappelijk noodzakelijk is. In het politionele landschap wordt er daarbij een proces-verbaal opgesteld met als blikvanger VOS, en een doorverwijzing naar een externe partner gemaakt.

De bedreigingen van de integriteit kunnen in drie ruime containers gegoten worden, meerbepaald de fysieke, psychische en seksuele integriteit. Een voorbeeld voor de fysieke integriteit is dat een kind geweld ondergaat, maar ook het getuige zijn van geweld behoort hier toe. De psychische integriteit kan beschadigd worden door bijvoorbeeld het zelfbeeld te beschadigen, of een kind te laten kiezen tijdens een vechtscheiding. De seksuele integriteit kan dan weer bedreigd worden door seksueel misbruik, of het kind te betrekken in seksuele handelingen, of dat de deur moet openstaan bij het toiletbezoek/badkamer, of het in bed moeten slapen bij een persoon.

De ontwikkelings- en ontplooiingskansen die in het gedrang komen zijn onderverdeeld in vier subcategorieën, namelijk de affectieve, morele, intellectuele en sociale ontwikkeling. Een voorbeeld van het in gedrang komen van de affectieve ontwikkeling is een kind dat nooit geknuffeld wordt. Een moreel voorbeeld is dat een kind zo lang mag opblijven als het wilt, zijn middelvinger opsteekt naar vreemden of dergelijke meer. De intellectuele ontwikkeling kan in het gedrang komen door bijvoorbeeld een kind niet naar school te laten gaan, of het niet te helpen met huiswerk. De sociale ontwikkeling kan dan weer bedreigd worden door een kind of jongere te isoleren.

De zinssnede "waardoor het bieden van jeugdhulpverlening maatschappelijk noodzakelijk kan zijn" slaat op de interventieplicht van de overheid.

Elementen VOS-PV

Uit de definitie van een verontrustende opvoedingssituatie kunnen we de nodige elementen halen die ons kunnen duiden op het opstellen van een VOS-PV. De verontrustende opvoedingssituatie is een verontrustende situatie waarbij de hulpverlener oordeelt dat de integriteit van de minderjarige of een of meer van de leden van het gezin waartoe de minderjarige behoort, niet meer kan gevrijwaard worden of de ontwikkelings- of ontplooiingskansen in het gedrang komen waardoor het bieden van jeugdhulpverlening maatschappelijk noodzakelijk kan zijn.

De elementen die hieruit gehaald kunnen worden zijn dat de hulpverlener oordeelt, de integriteit van de minderjarige of het gezin niet meer gevrijwaard kan worden en dat het bieden van jeugdhulpverlening maatschappelijk noodzakelijk kan zijn.

Doel VOS-PV

Het doel van een VOS-PV is om "begeleiding" aan te vinken via het parket die externe partners aanspreekt voor mondelinge doorverwijzing. De tweede finaliteit is om de opvolging te verzekeren. In een VOS-PV mag men doorverwijzing, en het antwoord daarop vermelden.

Jeugddelict / MOF

Jeugddelicten zijn minderjarigen die een feit plegen dat volgens het strafrecht strafbaar is. De minderjarige is tussen de 12 en 23 jaar oud, en de feiten zijn gepleegd voor de leeftijd van 18 jaar. De vaststellingen en het proces-verbaal van de politie worden overgemaakt aan het parket, die dan kan overgaan tot een onmiddellijke rechtstreekse dagvaarding, of een onmiddellijke minnelijke schikking. Indien dit niet gebeurt, wordt het dossier overgemaakt aan de onderzoeksrechter, die dan kan beslissen om de minderjarige voor de jeugdrechter te brengen.

Een geestszieke minderjarige kan in collocatie geplaatst worden. Dit is een gedwongen opname in een ziekenhuis voor maximaal 40 dagen. Tot op heden zijn er geen specifieke diensten aangewezen voor de opvang van geesteszieke minderjarigen. Kinder- en jeugdpsychiatrie weigeren deze opnames omdat ze niet 'gesloten' van aard zijn. De minderjarige kan ook verpleegd worden in het gezin.

Mogelijkheden jeugdbescherming

Er zijn twee soorten jeugdbescherming, namelijk de buitengerechtelijke en de gerechtelijke jeugdbescherming. De buitengerechtelijke jeugdbescherming omvat onder andere het CAW en het CLB. De gerechtelijke jeugdbescherming omvat de jeugdrechter en het openbaar ministerie. Het verschil zit in de vrijwilligheid bij de buitengerechtelijke basis, en de gewongenheid bij de rechterlijke beslissing.

Buitengerechtelijke jeugdbescherming

In de buitengerechtelijke jeugdbescherming zijn er twee belangrijke elementen terug te vinden, namelijk het decreet integrale jeugdhulp, en de gemandateerde jeugdhulp in verontrustende situaties, de zogenaamde "MANO" (Maatschappelijke Noodzaak). Het decreet integrale jeugdhulp heeft als doel flexibele hulp en zorg op maat aan te bieden aan de minderjarige en zijn leefomgeving, ouders of opvoedingsverantwoordelijken. De 5 B's zijn van toepassing binnen dit decreet, namelijk bruikbaarheid, bereikbaarheid, beschikbaarheid, begrijpbaarheid en betaalbaarheid.

De vrijwillige hulpverlening werkt met 6 begrippen, namelijk de brede instap, rechtstreeks en niet rechtstreeks toegankelijke hulpverlening, de toegangspoort, de crisisjeugdhulp, bemiddeling en cliëntoverleg, en de vertrouwenspersoon.

Brede instap

De brede instap is het aanbieden van de instapprocedure, korte hulp en doorverwijzing. Dit is voor mensen die hulp nodig hebben, maar ook voor de hulpverleners qua informatieverstrekking. Het is zeer laagdrempelig, en omvat onder andere het CAW, het CLB, het JAC en Kind en Gezin.

Rechtstreeks en niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening

De rechtstreeks en niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulphulpverlening. Het onderscheid tussen beiden is dat men de jeugdhulpverlening (met een grote impact op personen en hun leefsituatie) selectief wil inzetten. De hulp die het minst ingrijpt in de leefsituatie moet rechtstreeks toegankelijk zijn. Dit omvat het CGG (Centrum Geestelijke Gezondheidszorg), het CKG (Centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning), en ondersteunende pleegzorg. De niet rechtstreeks toegankelijke omvat het residentieel aanbod en de pleegzorg.

Toegangspoort

De intersectorale toegangspoort staat in voor de beslissingen inzaake de niet-rechtrstreeks toegankelijke hulpverlening. Dit geld voor alle aanvragen. Een aanvraag kan enkel ingediend worden door de jeugdhulpverleners en andere personen/voorzieningen die hulp aanbieden. Binnen het jeugdhulplandschap zijn er 6 regio’s die samenvallen met de grondgebieden van de 5 provincies en van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. Er zijn 5 toegangspoorten, waarbij Leuven bevoegd is voor zowel Vlaams-Brabant als voor Brussel Hoofdstad. De bevoegdheid van de toegangspoort werkt volgens de woonplaats (het adres van inschrijving) van de minderjarige.

Crisisjeugdhulp

De crisisjeugdhulp is een vrijwillige hulpverlening voor beide partijen, waarbij er sprake is van een acuut beleefde noodsituatie. Dit kan gaan van een acute crisissituatie tot een acute noodsituatie. De crisisjeugdhulp omvat onder andere de crisisopvang, de mobiele crisisinterventie, de time-out, de time-out+ en de contextbegeleiding. De crisisjeugdhulp is een tijdelijke en intensieve hulpverlening die zich richt op het herstellen van de veiligheid en de stabiliteit van de minderjarige en zijn gezin. Alle partijen (zowel minderjarige als ouders) moeten hier vrijwillig aan willen meewerken. Zo niet komen er geen acties vanuit het crisisnetwerk. Twee voorbeelden van situaties waarin je het crisisnetwerk kan opstarten vanuit interventie omvatten een minderjarige die zelfmoord wil plegen, en een minderjarige die weigert naar huis te gaan.

Bemiddeling en cliëntoverleg

Dit is van toepassing voor de hulpverlening wordt stopgezet, en wanneer dit niet in onderling overleg gebeurd is tussen de hulpverlener en de cliënt.

Vertrouwenspersoon

Dit is een vaste aanspreekpersoon (met beroepsgeheim) voor de minderjarige, gedurende zijn hele traject van de hulpverlening, zolang de minderjarige dit wenselijk acht. De vertrouwenspersoon gaat de belangen verdedigen van de minderjarige, bemiddeling en cliëntoverleg initiëren en de situatie opvolgen.

Gemandateerde jeugdhulp in verontrustende situaties

De jeugdhulpaanbieders binnen de vrijwilligheid zijn niet langer in staat om een VOS op een passende wijze te behandelen. De overheid oordeelt dat het maatschappelijk noodzakelijk (MANO) is om hulpverlening in te schakelen. Er wordt een M-document opgesteld naar één van de twee gemandateerde voorzieningen, namelijk het Ondersteuningscentrum Jeugdhulp (OCJ) en het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling (VK).

Het Ondersteuningscentrum Jeugdhulp (OCJ)

Het OCJ heeft vier taken in VOS-situaties, namelijk het verlenen van een consult, het onderzoek, de feedback en de doorverwijzing. Maar wanneer er opnieuw géén medewerking komt van de betrokkenen, is het OCJ bevoegd om de jeugdrechter in te schakelen. Het OCJ kan de hulp/maateregelen die moeten genomen worden niet verplichten, maar de jeugdrechter kan dit wel. Het OCJ is gemandateerd om de jeugdrechter in te lichten.

Het vertrouwenscentrum voor Kindermishandeling (VK)

Hun taken omvatten het consult, het onderzoek, de feedback en doorverwijzing van hulp in situaties van (vermoede) kindermishandeling. Het onderzoeken van meldingen van kindermishandeling en vermoedens van kindermishandeling op verzoek van om het even welke persoon of instelling. Het vertstrekken van jeugdhulpverlening aan midnerjarige slachtoffers van kindermishandeling en hun gezin. Het VK is rechtstreeks toegankelijk en gemandateerd om de jeugdrechter in te schakelen.

Gerechtelijke jeugdbescherming

Dit wordt enkel opgelegd op twee voorwaarden, namelijk dat de gemandateerde hulp niet werkt en bij hoogdringende maatregel. Dit wordt opgelegd door het parket, de jeugdrechter of de sociale dienst van de jeugdrechtbank.

Hoogdringende maatregel

Een hoogdringende maatregel is een maatregel die het parket de vorderingsmogelijkheid (jeugdrechter) geeft, wanneer die een jeugdhulpmaatregel dringend noodzakelijk acht. Er moet aan drie cumulatieve voorwaarden voldaan zijn, namelijk dat een gerechtelijke jeugdhulpmaatregel dringend noodzakelijk is, dat het verlenen van vrijwillige jeugdhulpverlening niet meteen mogelijk is omdat de noodzakelijk instemmingen niet werkelijk verkregen zijn, en dat er voldoende aanwijzingen zijn dat de minderjarige onmiddellijk moet worden beschermd tegen een vorm van lichamelijk of geestelijk geweld, letsels of misbruik, lichamelijke of geestelijke verwaarlozing of nalatige behandeling, mishandeling of exploitatie, met inbegrip van seksueel misbruik.

De familie- en jeugdrechtbank

De familie- en jeugdrechtbank bestaat uit drie verschillende kamers, namelijk de familiekamer, de jeugdkamer en de bijzondere kamer. In de familiekamer komen alle burgerlijke bevoegdheden en de spoedprocedures voor, in de jeugdkamer de minderjarige VOS, de jeugddelicten (MOF), de geesteszieke minderjarigen en de maatragelen ten aanzien van de ouders. In de bijzondere kamer worden de uithanden gevingen behandeld.

De sociale dienst jeugdrechtbank (SDGJ)

De taak is een voorbereidende, uitvoerende en toezichtsttaken voor de jeugdrechter door een consulent.

De jeugdrechter

Bij verontrustende opvoedingssituaties

De jeugdrechter heeft verschillende bevoegdheden, namelijk de berechting van jeugddelicten, de gerechtelijke jeugdhulp, de bescherming van geesteszieke minderjarigen, het hoger beroep tegen GAS-boetes, het opleggen van maatregelen ten aanzien van de minderjarigen en het opleggen van bepaalde maatregelen ten aanzien van de ouders.

Bij jeugddelicten

Bij jeugddelicten zijn de bovenstaande zes van toepassing, plus de 13 maatregelen die de jeugdrechter kan nemen. Deze maatregelen zijn de pedagogische richtlijn aan de ouders/opvoedingsverantwoordelijken, de minderjarige onder toezicht van de sociale dienst plaatsen, het bevelen van contextbegeleiding (gezinsbegeleiding), het opleggen van een opvoedend of reeds lopend project, het ambulant voorziening doen bezoeken (dagcentra), de minderjarige die minstens 17 jaar is, begeleid zelfstandig wonen (indien voldoende inkomsten), de minderjarige die minstens 17 jaar is, kamertraining, de minderjarige onder begeleiding stellen van een onthaal- en oriëntatiecentrum, het observatiecentrum, de pleegzorg, het toevertrouwen aan een open voorziening, het toevertrouwen aan een private voorziening en de collocatie.

Jeugddelinquentie

Jeugddelinquentie is een MOF, en is van toepassing op minderjarigen vanaf 12 jaar tot en met 23 jaar oud. De maximale leeftijd is 18 jaar, en de feiten zijn gepleegd voor de leeftijd van 18 jaar. Indien de minderjarige zijn leeftijd niet wil zeggen, kan er een medische expertise (botscan of gebitsonderzoek) gebeuren in opdracht van de onderzoeksrechter of het parket, en de beslissing minderjarigheid op basis van de expertise ligt bij de jeugdrechter.

De uitzonderingen om berecht te worden als minderjarige kunnen wijzigen op basis van de leeftijd, namelijk uithandengeving vanaf 16 jaar en verkeersmisdrijven vanaf 16 jaar.

Mogelijke soorten interventie bij jeugddelinquentie

Het herstelgericht aanbod (de bemiddeling en HERGO), het geschreven project, de ambulante maatregelen, de voorwaarden voor behoud in de leefomgeving, plaatsingsmaatregelen en het positief project.

Herstelgericht (HERGO)

Via een bemiddelaar, alleen of in groep, in overleg uitgewerkte oplossingen overwegen waardoor het conflict opgelost kan worden. Dit moet altijd de voorkeur krijgen van de jeugdrechter.

Geschreven project

Dit is een verbintenis die aangegaan wordt met de jeugdrechter. De mogelijkheden zijn het schriftelijk/mondeling de verontschuldigingen aanbieden, de veroorzaakte schade zelf herstellen in nature, deelnemen aan een herstelrechtelijk aanbod, deelnemen aan een programma gericht op de herintegratie in het schoolleven, deelnemen aan activiteiten in het kader van een leer-en opleidingstraject van ten hoogste 45 uur, ambulante behandeling volgen bij een psychologische of psychiatrische dienst (of dienst voor seksuele opvoeding/deskundige dienst alcohol- of drugsverslaving), aanmelden bij diensten voor jeugdhulpverlening (gemeenschapsdiensten).

Ambulante maatregelen

Dit omvat de berisping, het ondertoezichtstelling, intensieve educatieve begeleiding of een prestatie van opvoedkundige aard en algemeen nut. Een soort werkstraf tot maximum 150 uur.

Voorwaarden voor behoud in leefomgeving

Moet ongeveer 12 jaar oud zijn of ouder, de voorwaarden zijn dat de school voor gewoon/buitengewoon onderwijs bezocht moet worden, prestaties van opvoedkundige aard, betaalde arbeid verrichten ter vergoeding van het slachtoffer (maximaal 150 uur), pedagogische/medische richtlijnen van een centrum in acht nemen, deelenemn aan bepaalde opleidingsmodules, deelnemen aan een of meer begeleide sportieve, sociale of culturele activiteiten, omgangs of plaatsverbod, bepaalde bezigheden niet meer uitoefenen en huisarrest naleven.

Plaatsingsmaatregelen

Dit kan in een openbare gemeenschapsinstelling die open of gesloten is, doch een gesloten instelling kan pas vanaf 12 jaar mits cumulatieve voorwaarden. Deze zijn dat er voldoende ernstige aanwijzingen zijn dat verder onderzoek noodzakelijk is, het jeugddelict waarvoor de minderjarige vervolgd wordt, kan, als hij meerderjarig zou zijn, door de strafwet een straf van minimum vijf tot tien jaar opsluiten hebben, er bestaan dringende, ernstige en uitzonderlijke omstandigheden die betrekking hebben op de vereitsten van bescherming van de openbare veiligheid en een gesloten oriëntatie is noodzakelijk.

Positief project

De jongere biedt zelf op actieve en constructieve manier antwoord op zijn gedrag via deelname aan een activiteit, een programma of een opleiding of via het uitvoeren van taken of projecten en kan daarbij rekenen op begeleiding.

Triptiek en verhoor

De politie mag in het kader van jeugddelicten foto's, een individuele beschijving en de vingerafdrukken afnemen vanaf de leeftijd van 14 jaar. Bij een verhoor van een minderjarige (Salduz 3 en 4) moet een advocaat geraadpleegd zijn voor of tijdens het verhoor door de minderjarige.

Bevoegdheden

Jeugdwetgeving is voornamelijk een gemeenschapsbevoegdheid, maar een aantal materies blijven echter een federale bevoegdheid. Federaal blijft de organisatie van de jeugdgerechten (oprichting en samenstelling), de territoriale bevoegdheid van die rechtscolleges, de procedure voor die rechtscolleges, en de voorlopige hechtenis en uitvoering van de straffen opgelegd aan uit handen gegeven jongeren.

Maatregelen ten aanzien van de geesteszieke minderjarige

De gedwongen opname kan bestaan in een behandeling in een ziekenhuis initieel voor een behandelingsperiode van maximaal 40 dagen. Indie de toestand verdere opname vereist kan het verblijf verlengd worden voor maximaal 2 jaar.

Voor minderjarigen zijn er tot op heden geen specifieke diensten aangewezen inzake gedwongen opnames, bijgevolg is een opname mogelijk in alle K-diensten (Kinderdienst) en vanaf 15 jaar in alle A-diensten (Adult diensten) van psychiatrische ziekenhuizen en algemene ziekenhuizen. De kinder- en jeugdpsychiatrie weigeren omdat deze niet gesloten van aard zijn. Tevens is verpleging in het gezin ook mogelijk.

De manieren voor een gedwongen opnamen zijn tweeledig, namelijk de gewone procedure en de spoedprocedure. Bij de gewone procedure wordt een verzoekschrift en omstandig geneeskundig verslag van maximum 15 dagen oud gericht aan de jeugdrechter, waarbij deze 10 dagen de tijd heeft om de partijen te horen, info in te winnen, de jongere te bezoeken, een gemotiveerde uitspraak te doen en een psychiatrische dienst aan te wijzen voor de opname.

In de spoedprocedure beveelt de PDK ambtshalve na advies van een geneesheer of op verzoek van een belanghebbende. Het advies moet het spoedeisend karakter aantonen. De jeugdrechter dient binnen 24 uur te bevestigen, en binnen de 10 dagen een beslissing nemen. Indien geen beslissing genomen wordt vervalt de gedwongen opname.

Maatregelen jeugdrechter ten aanzien van de ouders

De jeugdrechter kan maatregelen opleggen ten aanzien van de ouders, zoals het toezicht op de gezinsbijlagen of andere sociale uitkeringen, de ouderstage of ontzetting van het ouderlijk gezag.

Toezicht op de gezinsbijlagen of op andere sociale uitkeringen

Dit kan gebeuren indien het bedrag van de sociale uitkering of gezinsbijslag ten behoeve van de minderjarige niet aangewend worden in het belang van het kind. De minderjarige wordt grootgebracht in omstandigheden die niet voldoen aan de minimale eisen inzake voeding, huisvesting en hygiëne, met andere woorden de feitelijke opvoedingsomstandigheden. Hier wordt toezicht op gedaan door de sociale dienst van de jeugdrechtbank of een derde. Een voorafgaandelijke vordering van het parket is noodzakelijk.

Ouderstage

De ouderstage richt zich tot ouders die onwillig en onverschillig zijn ten aanzien van de feiten die vermoedelijk door hun kind gepleegd zijn, of die deze feiten ontkennen of minimaliseren en zo hebben bijgedragen tot het vermoedelijk delinquent gedrag van hun kind. Het betreft ouders die zich niet bekommeren om de delinquentie van hun kind en deze, door hun houding, vergroten. Dit is enkel mogelijk ten aanzien van personen met ouderlijk gezag. Dit kan zowel individueel als collectief een pedagogische vaardighedentraining en probleemoplossing zijn, een opvoedingsverantwoordelijkheidstraining, en de strafrechtelijke en burgerrechtelijke verantwoordelijkheid heropfrissen. Dit duurt minimum 30 uur. Indien het geweigerd wordt kan de jeugdrechtbank deze veroordelen tot een gevangenisstraf van een tot zeven dagen, een geldboete van 1 tot 25 euro te vermeerderen met de opdeciemen of tot één van die straffen alleen.

Ontzetting van het ouderlijk gezag

Het ouderlijk gezag is het gezag over de persoon, het beheer over en vruchtgenot van de goederen, het recht van toezicht op de opvoeding en het beheer, de vertegenwoordigingsbevoegdheid, het recht op persoonlijk contact en de ouderlijke verplichtingen. De voorwaarden voor de (uitzonderlijke) ontzetting zijn: Ten aanzien van de ouder die veroordeeld werd tot een criminele of correctionele straf wegens een feit gepleegd op de persoon van of met behulp (onzedelijke handelingen) van een van zijn kinderen of afstammelingen, ten aanzien van de ouder die de gezonheid, veiligheid of zedelijkheid van het kind in gevaar brengt door slechte behandeling, misbruik van gezag, kennelijk slecht gedrag of erge nalatigheid of ten aanzien van de ouder die huwt met een persoon die reeds ontzet is van het ouderlijk gezag over diens eigen kinderen.

Definitie kindermishandeling volgens het decreet integrale jeugdhulp

Elke vorm van lichamelijk, psychisch of seksueel geweld waarvan een minderjarige het slachtoffer is, actief door het schadelijk optreden of passief door een ernstige nalatigheid van zijn ouders of van iedere andere persoon ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie afhankelijk van staat. Dit omvat 8 vormen, namelijk de lichamelijke mishandeling, de lichamelijke verwaarlozing, de emotionele mishandeling, de emotionele verwaarlozing, de affectief-seksuele mishandeling, de affectief-seksuele verwaarlozing, de cognitieve mishandeling en het Von Munchhausen by proxy syndroom.

Lichamelijke mishandeling

Dit omvat alle mogelijke vormen van lichamelijk geweld tegenover kinderen, zoals bijvoorbeeld verbranding, door elkaar schudden, kwetsen met scherpe voorwerpen, slaan, schoppen, bijten, krabben, knijpen, wurgen, ..

Lichamelijke verwaarlozing

Dit omvat het niet voorzien in de basisbehoeften van het kind, zoals voeding, kleding, onderdak, medische zorgen, hygiëne, ..

Emotionele mishandeling

Dit omvat alle vormen van gedragingen die de emotionele ontwikkeling van het kind schaden, zoals bijvoorbeeld vernederen, kleineren, negeren, isoleren, bedreigen, ..

Emotionele verwaarlozing

Dit omvat het afblokken van emotionele ontwikkeling door bijvoorbeeld het onthouden van contacten met derden door de ouders, een dubbelzinnige emotionele houding, het onthouden van speelgoed, ..

Affectief-seksuele mishandeling

Bijvoorbeeld gewelddadige seksuele betrekkingen, knuffelen gepaard met slagen, het kind verplichten tot het stellen van bepaalde seksuele handelingen, het kind verplichten om zich naakt te vertonen aan vrienden en familieleden, het kind verplichten om de moeder, broer of naaste familie te slapen, ..

Affectief-seksuele verwaarlozing

Bijvoorbeeld onthouden van contacten met leeftijdsgenoten, niet knuffelen of geen lichamelijk contact, negeren van de seksuele ontwikkeling van het kind, het kind onthouden van leeftijdsgebonden opsmuk en kledij, ontkennen van lichamelijkheid en lust bij het kind, ..

Cognitieve mishandeling

Bijvoorbeeld kinderen op een lager niveau naar school sturen, kinderen enkel met jongere kinderen laten omgaan, valse of eenzijdige informatie verschaffen, kinderen taken laten maken die ze niet aankunnen, ..

Syndroom Von Münchhausen by proxy

Dit is een vorm van kindermishandeling waarbij de ouder of verzorger de ziekte van het kind simuleert of opzettelijk veroorzaakt. De ouder of verzorger doet dit om aandacht te krijgen van de medische wereld, en om de rol van de bezorgde ouder te spelen. De ouder of verzorger zal het kind ziek maken door bijvoorbeeld medicatie te geven, het kind te verwonden, het kind te vergiftigen, ..

TAM-verhoor

Het TAM-verhoor is een verhoor van een minderjarige die het slachtoffer is van kindermishandeling. Dit verhoor gebeurt in een kindvriendelijke omgeving, en wordt afgenomen door een getrainde politieambtenaar. Het verhoor wordt opgenomen op video, en de minderjarige wordt bijgestaan door een vertrouwenspersoon. Het verhoor wordt afgenomen in de taal van de minderjarige, en de minderjarige mag een pauze nemen wanneer hij dat wenst.

Belangrijkste punten

  • VOS (Verontrustende Opvoedingssituatie): Een verontrustende situatie waarbij de hulpverlener oordeelt dat de integriteit van de minderjarige of een of meer van de leden van het gezin waartoe de minderjarige behoort, niet meer kan gevrijwaard worden of de ontwikkelings- of ontplooiingskansen in het gedrag komen waardoor het bieden van jeugdhulpverlening maatschappelijk noodzakelijk kan zijn
  • Dit zijn de elementen om uit te halen voor een VOS-pv op te stellen
  • Doel van een VOS-PV: "begeleiding" aanvinken via het parket die externe partners aanspreekt voor mondelinge doorverwijzing
  • Tweede finaliteit is opvolging verzekeren
  • In VOS-PV mag men doorverwijzing en antwoord daarop vermelden
  • Jeugddelict: Minderjarige die feit pleegt dat volgens strafrecht strafbaar is
  • Geesteszieke minderjarige -> Collocatie
  • Doelgroepen: Buitengerechtelijk en gerechtelijke jeugdbescherming (Vrijwillig vs gedwongen)
  • Buitengerechtelijk: Bv CAW, CLB, ..
  • Gerechtelijke: Jeugdrechter, Openbaar Ministerie, ..
  • Decreet integrale jeugdhulp:
    • Brede instap:Laagdrempelig (bv CAW, ..)
    • Rechtstreeks en niet rechtstreeks toegankelijke hulpverlening:Rechtstreeks: CGG, CKG, .. Onrechtstreeks(plaatsing vrijwillige basis): Residentieel aanbod, pleegzorg, ..
    • Toegangspoort
    • Crisisjeugdhulp vrijwilligheid voor beide partijen, acuut beleefde noodsituatie met o.a. ook crisisopvang
    • Bemiddeling en cliëntoverleg
    • Vertrouwenspersoon
  • Gemandateerde hulpverlening:
    • De jeugdhulpaanbieders binnen de vrijwilligheid zijn niet langer in staat om een VOS op passende wijze te behandelen
    • De overheid oordeelt dat het maatschappelijke noodzaak (MANO) is om hulpverlening in te schakelen
    • M-document naar 1 van 2 gemandateerde voorzieningen: Ondersteuningscentrum Jeugdhulp (OCJ) en Vertrouwenscentrum Kindermishandeling
  • 'Dringende VOS' -> Hoogdringende maatregel, geeft parket de vorderingsmogelijkheid
  • Drie voorwaarden hoogdringende maatregel:
    1. Dringend noodzakelijk
    2. Vrijwillige is niet meteen mogelijk
    3. Voldoende aanwijzing dat minderjarige beschermd moet worden
  • Familie-en jeugdrechtbank:
    • Familiekamer: Burgerlijk + spoedprocedures
    • Jeugdkamer: Minderjarigen VOS, Jeugddelicten, geesteszieke minderjarigen & maatregelen t.a.v. de ouders
    • Bijzondere kamer: uithanden gevingen
  • Sociale dienst Jeugdrechtbank: voorbereidende, uitvoerende en toezichtstaken voor de jeugdrechter als consulent
  • Jeugdrechter:
    • Berechting jeugddelicten
    • Gerechtelijke jeugdhulp
    • Bescherming geesteszieke minderjarigen
    • Hoger beroep tegen GAS
    • Opleggen maatregelen t.a.v. minderjarigen
    • Opleggen bepaalde maatregels ouders
  • 13 maatregelen die deze kan nemen:
    1. Pedagogische richtlijn
    2. Minderjarige onder toezicht sociale dienst
    3. Bevelen contextbegeleiding
    4. Opleggen opvoedend/reeds lopend project
    5. Ambulante voorziening doen bezoeken
    6. Minderjarige, minstens 17 jaar, Begeleid Zelfstandig Wonen, indien voldoende inkomsten
    7. Minderjarige, minstens 17 jaar, kamertraining
    8. Minderjarige onder begeleiding stellenvan onthaal- en oriëntatiecentrum (crisiscentrum)
    9. Observatiecentrum (Zien wat er mee scheelt zoals bv persoonlijkheidsstoornissen)
    10. Pleegzorg
    11. Toevertrouwen aan open voorziening
    12. Toevertrouwen private voorziening
    13. Collocatie
  • Jeugddelinquentie (MOF)
  • Vanaf 12 jaar tot en met 23 jaar oud
  • Maximaal 18 jaar, feiten gepleegd voor 18 jaar
  • MOF -> Vaststellingen + PV Politie -> Parket -> OR (eventueel) -> Jeugdrechter
  • Tussen Parket en Jeugdrechter: onderzoek leef-en opvoedingsomstandigheden
  • 2 uitzonderingen:
    1. Uithandengeving VANAF 16 (Bijzondere kamer)
    2. Verkeersmisdrijven (vanaf 16 jaar)
  • Mogelijke soorten interventie MOF:
    • Alle 13 van VOS
    • HERGO (Herstelgericht aanbod)
    • Schriftelijk (taak geschreven project)
    • Ambulante maatregelen
    • Voorwaarden behoud in leefomgeving (bv taakstraf etc)
    • Plaatsingsmaatregelen (vanaf 12 jaar)
    • Positief project (Minderarige die zelf voorstel voor verbetering aanbiedt)
  • Triptiek minderjarige: Minder dan 14 jaar -> PDK
  • Verhoor: Kan geen afstand doen raadsheer
  • Maatregelen t.o.v. de geesteszieke minderjarige:
    • Gedwongen opname in ziekenhuis maximaal 40 dagen
    • Tot op heden geen spcifieke diensten aangewezen
    • Kinder- en jeugdpsychiatrie weigeren omdat ze niet 'gesloten' van aard zijn
    • Verpleging in gezinis ook mogelijk
  • 2 manieren gedwongen opname minderjarigen:
    1. Gewone procedure (niet acuut): Verzoekschrift naar jeugdrechter met omstandig geneeskundig verslag van maximum 15 dagen oud, binnen 10 dagen uitspraak na inwinnen informatie
    2. Spoedprocedure: PDK -> Ambtshalve bevelen na advies geneesheer of op verzoek belanghebbende, advies moet spoedeisend karakter aantonen -> (Ondertussen zit minderjarige in instelling) -> 24 uur jeugdrechter -> 10 dagen tijd om onderzoek
  • Maatregelen t.o.v. de ouders:
    • Toezicht op gezinsbijlagen of andere sociale uitkeringen
    • Ouderstage (lessen in ouderschap)
    • Ontzettinig uit ouderlijk gezag
  • Kindermishandeling:
    • Elke vorm van lichamelijk, psychisch of seksueel geweld waarbij het slachtoffer minderjarig is
    • Lichamelijke mishandeling (lichamelijk geweld)
    • Lichamelijke verwaarlozing (niet aanpassen kledij etc)
    • Emotionele mishandeling (kleineren, ..)
    • Emotionele verwaarlozing (onthouden contacten derden, ..)
    • Affectief-seksuele mishandeling (gewelddadige seksuele btrekkingen)
    • Affectief-seksuele verwaarlozing (niet laten zijn wie ze zijn, ..)
    • Cognitieve mishandeling (Kind in veel te hoge richting of veel te lage richting sturen, niet laten ontwikkelen, ..)
    • Von Munchhausen by Proxy (simuleren ziekte van het kind dat veroorzaakt wordt door de ouder/verzorger)
  • TAM-verhoor: Enkel met toestemming/op vraag van parket, door gespecialiseerde collega's