Prioritair rijden

Wetgevend kader

Artikel 37 KB 01/12/1975, Prioritaire voertuigen

Artikel 38 KB 01/12/1975, Gedrag t.o.v. prioritaire voertuigen

Artikel 37

Prioritaire voertuigen zijn uitgerust met één of meerdere blauwe knipperlichten, en een speciaal geluidstoestel. Bij het uitvoeren van prioritaire opdrachten mag men het speciaal geluidstoestel gebruiken, maar is men verplicht de blauwe zwaailichten te gebruiken. Vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid is het beter dat men bij elke gevaarlijke situatie, en zeker bij elke overtreding ten opzichte van de wegcode, dat men het speciaal geluidstoestel in gebruik neemt. De blauwe knipperlichten mogen ook gebruikt worden bij het uitvoeren van andere opdrachten, indien deze opdrachten dit rechtvaardigen.

Wanneer het verkeer door verkeerslichten wordt geregeld, mag het voertuig dat een speciaal geluidstoestel en de blauwe zwaailichten gebruikt zich met gematigde snelheid voorbij het rood verkeerslicht rijden, op voorwaarde dat dit op een veilige manier kan gebeuren en dat hij hierbij andere weggebruikers niet in gevaar brengt.

De bestuurders van prioritaire voertuigen moeten a priori de wegcode niet naleven. De uitzonderingen op deze regel zijn dat zij nog steeds de bevelen van een bevoegd persoon moeten opvolgen, geen gebruik mogen maken van mobiele toestellen die zich niet in een houder bevinden, dat zij bij het links inhalen nog steeds dubbel voorzichtig moeten zijn, dat ze het verkeer op spoor- en overwegen moeten respecteren, dat zij niet mogen parkeren of stilstaan op een overweg, dat zij behoudens de uitzonderingen steeds de veiligheidsgordel moeten dragen, dat zij een valhelm en beschermende kledij moeten dragen zoals deze voorzien zijn voor de voertuigen, dat de plaatsruimtes voor zowel de bestuurder als de passagier gerespecteerd moeten worden, en dat zij steeds in staat moeten zijn hun identiteitskaart te tonen indien hier naar gevraagd wordt door een bevoegde persoon.

De uitzonderingen op de gordeldracht voor prioritaire voertuigen zijn wanneer zij vlakbij een dringende opdracht komen, waarbij het gebruik van een veiligheidsgordel een groter risico inhoudt dan dit niet dragen. Zo kan er bijvoorbeeld bij nakend gevaar gekozen worden de veiligheidsgordel niet te dragen. Eveneens bij het vervoer van personen die een risico zouden kunnen vormen voor de algemene veiligheid is men niet verplicht zijn veiligheidsgordel te dragen.

Wie kan allemaal een prioritair voertuig zijn?

Behalve de gekende voorbeelden zoals politie, ambulances en brandweer zijn er nog andere bestuurders die mogelijks een prioritair voertuig aan het besturen zijn. Zo kan de civiele bescherming bij dringende opdrachten zich prioritair naar deze opdracht begeven. De Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, of NMBS, kan dit bij hun dringende opdrachten, net zoals de bestuurder van een voertuig voor hulpverlening van Infrabel. Een bestuurder van een voertuig voor hulpverlening bij een ernstig incident dat veroorzaakt wordt door water, gas, elektriciteit of radioactieve stoffen kan zich prioritair naar een opdracht begeven. De bestuurder van een voertuig van de Dienst Opruiming en Vernietiging van Explosieven, of DOVO, bij dringende ingrepen. De bestuurders van voertuigen die gebruikt worden voor het vervoer van gedetineerden alsook een noodplanningscoördinator kunnen zich prioritair naar hun opdracht begeven.

Artikel 38

Artikel 38 van de wegcode vermeld het gedrag dat bestuurders moeten tonen voor prioritaire voertuigen. Zij moeten onmiddelijk de doorgang vrijmaken en voorrang verlenen, en zonodig stoppen, indien zij een speciaal geluidstoestel horen dat waarschuwt voor het naderen van een prioritair voertuig.

Het SAFE-principe

Het SAFE-principe brengt enkele richtlijnen aan voor het verbeteren van de veiligheid bij prioritair rijden.

Bij het "See and be seen" gedeelte wordt er gewezen op het belang van het positioneren van het voertuig. Dit moet altijd zo gebeuren dat men een goed overzicht kan houden, en zo ver mogelijk kan kijken. Indien men alles kan zien, kan er sneller informatie worden opgenomen, gevaarsindicatoren gedetecteerd worden en verrassingen vermeden worden. Dit helpt ook om sneller gezien en gehoord te worden door de andere weggebruikers. Tunnelvisie speelt hierin ook een rol, dus als het zicht te beperkt wordt is het imperatief dat men de snelheid verlaagd. Afstand tot andere weggebruikers is enorm belangrijk, en dit rondom rond. Indien men met meerdere prioritaire voertuigen zou rijden in bijvoorbeeld een colonne is de afstand tussen deze voertuigen belangrijk, alsook dat men geschrankt rijdt.

Bij het "Always a way out" gedeelte wordt gehamerd naar de veiligheidsafstand, en dat men er zich bewust van moet zijn dat men zich niet vastrijdt. Zorg er bij inhaalbewegingen voor dat je zo snel als mogelijk terug rechts je plaats kan innemen zonder hinderen, en dat je voor dit manoevre een kleine uitwijking naar links kan maken om je zichtsveld te vergroten. Timing is eveneens belangrijk, zodat men bijvoorbeeld geen fiets mag inhalen als er uit de tegenovergestelde richting een voertuig aankomt. Behoud links en rechts maximaal vrije ruimte om te kunnen anticiperen op onverwacht gedrag van weggebruikers.

Bij het "Far and wide view" gedeelte wordt aangehaald dat men zo ver mogelijk moet kijken om te kunnen anticiperen op de andere weggebruikers. Wees bewust van wat zich links en rechts van de rijweg bevindt, scan de verkeersborden en infrastructuur voor een bepaling van een correcte snelheid, en focus niet enkel op de wagen voor je, maar kijk ook zo ver mogelijk daar voorbij.

Bij het "Ever aware" gedeelte wordt er aan herinnerd dat men één enkele opdracht heeft, namelijk het vlot en veilig ter plaatse rijden. Deliberate action wordt bedoeld om aan te duiden dat men bij elke gevaarlijke of dringende actie kort de tijd neemt om een korte reflectie en afweging te maken, alvorens het manoevre uit te voeren. Het bewustzijn van de gevaren van tunnelvisie en adrenaline vallen hier ook onder. De collega die mee in het voertuig zit moet mee waken over het gezonde verstand in het voertuig.

Veiligheidsprincipes

Houdt altijd een ruime veiligheidsafstand, of zogenaamde bubble, rondom je voertuig waar niets of niemand in mag komen. Rijdt snel waar het kan, maar traag waar het moet. Respecteer de stopafstand. Hoe hoger de snelheid waarmee je rijdt, hoe langer de afstand tot je voertuig tot stilstand komt. Als het op bochten aankomt, is een slow in, fast out techniek de meest aangewezen techniek. Vertraag je algemene snelheid bij nat of glad weer drastich, en gun jezelf de tijd om veilig door het verkeer te gaan. Dit ook zodat anderen jou op tijd kunnen opmerken en plaats kunnen maken. Wees dubbel voorzichtig op kruispunten. Kijk bij problemen nooit naar het gevaar, daar je automatisch stuurt naar waarheen je kijkt. Net zoals bij het motorijden moet men kijken naar waar men wil gaan. Ten slotte is prioritair rijden een constante risicoanalyse.

Belangrijkste punten

  • Het gebruik van het speciaal geluidstoestel bij het uitvoeren van een dringende opdracht is facultatief
  • Vanuit verkeersveiligheidsoogpunt is het echter beter dat wanneer een prioritair voertuig een dringende opdracht uitvoert, en de wegcode niet respecteerd hier steeds gebruik van maakt
  • Prioritaire voertuigen zijn uitgerust met 1 of meerdere blauwe knipperlichten en een speciaal geluidstoestel
  • De blauwe knipperlichten moeten gebruikt worden wanneer het prioritaire voertuig een dringende opdracht uitvoert
  • Deze mogen gebruikt worden bij de uitvoering van een andere opdracht, indien de aard hiervan dit rechtvaardigt
  • Het speciaal geluidstoestel mag slechts gebruikt worden bij een dringende opdracht
  • Wanneer het verkeer door verkeerslichten geregeld wordt mag het voertuig dat het speciaal geluidstoestel gebruikt het rood licht voorbijrijden met een gematigde snelheid en op voorwaarde dat het geen gevaar brengt voor andere weggebruikers
  • De bestuurder van een prioritair voertuig moet de wegcode niet naleven, behalve:
    1. De bevelen van een bevoegd persoon
    2. Gebruik GSM
    3. Links inhalen (geen gevaar, voldoende afstand, ..)
    4. Verkeer op spoorwegen en overwegen inachthoudend
    5. Stilstaan- en parkeerverbod op overwegen
    6. Veiligheidsgordeldracht (met uitzonderingsgevallen zoals vlakbij PD en vervoer arrestanten)
    7. Valhelm en beschermende kledij (motor)
    8. Plaatsruimte bestuurder en passagier
    9. Vertoon identiteitskaart
  • De mogelijke prioritaire voertuigen zijn:
    1. Politie
    2. Ambulance
    3. Brandweer
    4. Civiele Bescherming
    5. NMBS
    6. Infrabel
    7. Ernstig incident water, gas, elektriciteit of radioactiviteit (bv Fluvius)
    8. DOVO
    9. Gedetineerdenvervoer
    10. Noodplanningscoördinator
  • Art 38 geeft aan dat elke weggebruiker onmiddelijk de doorgang moet vrijmaken en zonodig moet stoppen als het speciaal geluidstoestel het naderen van een prioritair voertuig aankondigt
  • SAFE-principe:
    • See and be seen:
    • positioneer je voor maximaal zicht
    • Verlagen snelheid verhoogd zicht
    • Always a way out:
    • Veiligheidsafstand
    • Afstand
    • Far and wide view
    • Kijk breed
    • Ever aware
    • Altijd aandacht houden en vermijdt tunnelvisie
  • 7-seconden regel: Mensen hebben 7 seconden nodig om de gepaste reactie te geven aan het naderen van een prioritair voertuig