Internationaal
Universele verklaring voor de rechten van de Mens
Europees verdrag voor de Rechten van de Mens
Internationaal verdrag inzake burger- en politieke rechten (BUPO)
Nationaal
Wet op de Voorlopige Hechtenis
Besluitwet betreffende de beteugeling van de dronkenschap
Er zijn in principe twee soorten vrijheidsberovingen. Men kan spreken over de gerechtelijke vrijheidsberoving of over de bestuurlijke vrijheidsberoving. Men moet steeds in gedachten houden dat een vrijheidsberoving een enorm impact heeft op de grondrechten van een individu, en mogelijks zelfs de zwaarste manier dat wij als overheidspersoneel kunnen ingrijpen.
Om een onderscheid te kunnen maken tussen de soorten vrijheidsberoving, neemt men een aantal punten in acht. Zo is er de finaliteit van de vrijheidsberoving, welke overheden verantwoordelijk zijn tijdens de vrijheidsberoving, welke procedures men moet volgen, welke bevoegdheden men heeft en wat de duur is van de vrijheidsberoving. Men neemt natuurlijk bij eender welke vrijheidsberoving de wettelijke basis in acht, want een onwettelijke vrijheidsberoving is strafbaar, en nog meer zo als ambtenaar.
Bij een bestuurlijke vrijheidsberoving is de finaliteit toegespitst op het beschermen van de openbare orde. In die zin wilt men een individu wegnemen van de plaats waar het gebeurd zodat de openbare rust, veiligheid of gezondheid terug kan komen. Hierbij denken we vooral aan bijvoorbeeld openbare dronkenschap, maar ook illegale vreemdelingen vallen hier perfect onder. De overheden verantwoordelijk hier zijn de bestuurlijke overheden.
Specifieker gezegd zijn dit de Officier van Bestuurlijke Politie en de burgemeester. Men is verplicht als Agent van Bestuurlijke Politie onverwijld de Officier van Bestuurlijke Politie in kennis te stellen bij de vrijheidsberoving, en zijn bevestiging te verkrijgen. Indien deze niet kan of wil gegeven worden, dient de vrijheidsberoving onmiddellijk stopgezet te worden! Bij een ronddwalende gevaarlijke geestszieke en openbaar drugsgebruik moet men eveneens de Procureur des Konings verwittigen, en bij een illegale vreemdeling de Dienst Vreemdelingenzaken.
De duur van de vrijheidsberoving is algemeen gezien zo lang als strikt noodzakelijk, met een maximum van 12 uur. De uitzonderingen hierop zijn bij openbaar druggebruik, waar het maximaal 6 uur wordt, en bij een illegale vreemdeling, waarbij de maximumduur opgetrokken wordt tot 24 uur, zodoende de Dienst Vreemdelingenzaken zijn benodigd onderzoek kan uitvoeren en een beslissing kan nemen. Let hier bij op dat de duur van de vrijheidsbeneming nooit verplicht moet duren tot het maximale uur bereikt is. Iemand die na 3 uur volledig ontnuchterd in de cel zit na een bestuurlijke vrijheidsberoving voor openbare orde, dient hiervoor zijn zogenaamde "resterende" 9 uur daarom ook opgesloten door te brengen. Er zijn 10 mogelijke gevallen bepaald waarbij iemand bestuurlijk van zijn vrijheid beroofd kan worden, waarvan er 7 onder de Wet op het Politieambt vallen, 1 onder de Drugswet, 1 onder de wet van de beteugeling van dronkenschap, en 1 onder de vreemdelingenwetgeving. De 10 gevallen zijn:
Bij een gerechtelijke vrijheidsberoving is de finaliteit dat men een delinquent ter beschikking wil stellen voor de gerechtelijke overheid. Hierbij is de wet op de voorlopige hechtenis een grote balans stussen de opsporingsnoden van de politie enerzijds, en de grondrechten van de burgers anderzijds. Een gerechtelijke vrijheidsberoving kan opgesplits worden in twee grote subgroepen, namelijk mét of zonder rechterlijk bevel.
Bij deze zonder, is er in principium het gerecht nog niet aan te pas gekomen. Zo zal deze vorm vooral voorkomen bij een ontdekking op heterdaad, of na een doorgedreven onderzoek waarbij geen onderzoeksrechter betrokken is. Inzake de bevoegdheden is de terminilogie hier vrij uitgebreid, toch belangrijk. In het geval van heterdaad, zoals we verder hier zullen bespreken, kan een burger iemand vasthouden. Een agent van politie kan iemand ophouden, in het geval van een misdrijf, en de Agenten van Gerechtelijke Politie verhinderen de vlucht. Een Officier van Gerechtelijke Politie arresteert in het geval heterdaad iemand, evenals een Procureur des Konings. Deze laatste arresteert ook buiten heterdaad. Indien de Onderzoeksrechter na een gerechtelijk onderzoek de vrijheid verder wenst te beroven, houdt hij iemand aan. Het resultaat van de aanhouding is voorlopige hechtenis, hetgene eventueel verlengd kan worden door de Raadkamer of de Kamer van Inbeschuldigingsstelling. Iemand in detentie is iemand die ingeschreven is in de registers van de gevangenis.
Buiten heterdaad zijn er enkele verschillen. Zo is er bijvoorbeeld geen burgerarrest. Agenten van Politie kunnen hier ook iemand ophouden, maar moeten ook zo snel mogelijk een Agent van Gerechtelijke Politie verwittigen. Een Agent van Gerechtelijke Politie verhindert niet langer de vlucht, maar legt de bewarende dwangmaatregelen op. Een Officier van Gerechtelijke Politie legt daar eveneens de bewarende dwangmaatregelen op, en het is de Procureur des Konings die hier uiteindelijk zal overgaan tot arrestatie. De rest van de procedure blijft hetzelfde.
De duur van een gerechtelijke vrijheidsbeneming duurt zo lang als strikt noodzakelijk, met een maximum van 48 uur. Binnen deze 48 uur moet de verdachte verhoord zijn door de Onderzoeksrechter, en deze kan beslissen de verdachte verder aan te houden, of vrij te laten gaan. Dat is tevens ook het einde van de gerechtelijke vrijheidsberoving. Maar wanneer begint deze nu te lopen? De vrijheidsberoving door mensen met openbaar gezag start vanaf de moment dat de verdachte niet meer vrij is om te komen en te gaan wanneer hij wil. Een opmerking hierbij is dat bij het burgerarrest de periode van de vrijheidsberoving pas begint te lopen vanaf de burger de politie gewaarschuwd heeft, hetzij mondeling of telefonisch.
Tot slot zijn er nog de gerechtelijke vrijheidsberovingen met een rechterlijk bevel. De mogelijke rechterlijke bevelen zijn een bevel tot medebrenging, een bevel tot aanhouding, een bevel
tot onmiddellijke aanhouding, een bevel tot gevangenneming en het gevangenisbriefje.
Bij een bevel te medebrenging vaardigt de Onderzoeksrechter, met het oog op een verhoor, een bevel uit voor medebrenging
tegen verdachten, maar ook tegen onwillige getuigen. Bij het uitvoeren van dit bevel mag men de woning, zelfs als Agent van Gerechtelijke Politie, betreden als aan de voorwaarden voldaan zijn.
Deze voorwaarden zijn dat het moet gaan om de woonplaats van betrokkene, er een vermoeden is dat deze thuis is, dat het tussen de uren van de huiszoeking valt, en dat men enkel in de ruimtes komt
die nodig zijn om de vrijheidsberoving uit te voeren. Indien deze bijvoorbeeld in de hal kan uitgevoerd worden, mag men zich niet naar de slaapkamers begeven.
Bij een bevel tot aanhouding vaardigt de Onderzoeksrechter een bevel uit tegen een verdachte die vooraf ondervraagd werd. Dit gebeurd enkel bij volstrekte noodzakelijkheid van de openbare veiligheid,
bij gevangenisstraffen vanaf 15 jaar. Daarentegen kan dit ook bij gevangenisstraffen van meer dan 1 jaar, indien aan 1 van de 4 bijkomende voorwaarden voldaan werd. Deze voorwaarden zijn dat er een
recidivismegevaar is, dat er een vluchtgevaar is, dat de verdachte zou pogen bewijzen te (laten) vernietigen of verdwijnen, of dat deze afspraken zou maken met medeplichtigen.
Een bevel tot onmiddelijke aanhouding wordt door de rechtbank uitgesproken, voor veroordeelden met een gevangenisstraf van meer dan 3 jaar. In het geval de verdachte veroordeeld wordt in zaken die te maken
hebben met terrorisme, of zedenfeiten, kan dit bij een gevangenisstraf van 1 jaar indien er vlucht- of recidivismegevaar is.
Het parket vaardigt een bevel tot gevanggenneming uit voor veroordeelden die hun geldboete niet betaald hebben, of zich niet hebben aangeboden in de penitentiaire instelling op de datum van het
gevangenisbriefje.
Het gevangenisbriefje is een bevel zich aan te bieden in de penitentiaire instelling voor het uitzitten van de straf.
Zoals we allen weten, komt een ongeluk meestal niet alleen. Zo zullen er ook feiten zijn die gepleegd worden die tegelijk bestuurlijk als gerechtelijk zijn. Men denke hierbij aan een dronken dief die de openbare orde verstoord. Bij deze kan hij bestuurlijk gearresteerd worden voor openbare dronkenschap, maar ook gerechtelijk op heterdaad. Hierbij zou men kunnen denken dat men een keuze heeft of moet maken over wat soort vrijheidsberoving het zal gaan, en zeker in verband met de termijnen. Het is hierbij het geval dat deze vrijheidsberoving gezamenlijk lopen. Hierbij wordt onze dronken dief daarentegen na de maximale 12 uur niet vrijgelaten, maar heeft hij nog 36 uur van zijn gerechtelijke vrijheidsberoving. Indien men daarentegen iemand bestuurlijk van zijn vrijheid beroofd voor openbare dronkenschap, en deze persoon bij zijn vrijlating een slag uitdeelt aan de ambtenaar, spreekt men van een nieuw feit, en start de gerechtelijke vrijheidsberoving op het moment van de vaststelling van de feiten. In deze gevallen kan het dus perfect mogelijk zijn dat iemand langer dan 48 uur opgesloten zit.
We moeten ons bewust zijn dat een onwettelijke, of wederrechtelijke vrijheidsberoving strafbaar is. De straffen hiervan zijn hoger voor een drager van het openbare ambt dan door een burger. Dit is ook duidelijk omdat er in het Strafwetboek hiervoor twee verschillende artikels zijn, namelijk artikel 147 voor de wederrechtelijke en willekeurige vrijheidsberoving door een ambtenaar, en artikel 434 voor ditzelfde feit door een burger. In principe is elke vrijheidsberoving illegaal, maar zijn er verschoningsgronden. Deze zijn dat het bevel uitgaat van een wettige meerdere, het bevel werd gegeven voor de vrijheidsberoving, de wettige meerdere moet handelen binnen zijn bevoegdheidsdomein en het bevel is niet klarrblijkelijk onwettig.
Mensen die van hun vrijheid beroofd zijn, blijven natuurlijk rechten hebben. Een van deze rechten is de bescherming tegen de publieke nieuwsgierigheid. Voor de politie is dir daarentegen een inspanningsverbintenis. Dit houdt in dat wij hiervoor ons best moeten doen, maar niet kunnen betrapt worden op onredelijke onachtzaamheden. Indien bij een reconstructie alle mogelijke maatregel genomen zijn zoals bijvoorbeeld het afzetten van de straat, blinderen van de ramen, geblindeerde HERAS-hekken voor het huis en dergelijke meer, maar een journalist er toch in slaagt om via een helikopter beelden te verkrijgen kunnen wij hier niet voor aansprakelijk gesteld worden. Een ander gegeven is natuurlijk indien we de verdachte voor een camera sleuren om te laten zien dat we hem hebben gevat.
Wij zijn dragers van een beroepsgeheim. Hierbij moeten wij altijd achtzaam zijn om geen privégegevens te geven, het geheim van het onderzoek te beschermen en het privéleven van de verdachte te beschermen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld wel een naaste verwittigen van de verdachte, maar moeten wij niet naar de pers bellen om te vertellen dat we verdachte 'x' voor feit 'y' hebben opgepakt.
Ontvluchting van gevangenen is een term die veel verkeerd begrepen wordt. Het ontsnappen zonder enige meer is niet illegaal in België. Indien bij de ontsnapping nieuwe feiten worden gepleegd, worden deze feiten wel vervolgd. Zo zal gewoon buitenwandelen als de deur openstaat niet strafbaar zijn, maar een cipier met geweld dwingen de deur te openen wel. Maar wat is dit dan wel? De personen die hier gestraft worden zijn zij die de te bewaken of begeleiden persoon hebben geholpen te ontvluchten. Een cipier die de deur laat openstaan, een bezoeker die een sleutel bemachtigd en doorgeeft of iemand die van plaats wisselt met de gedetineerde om maar enkele voorbeelden te geven, kunnen hiervoor bestraft worden. Indien er een ontvluchting is, wordt er een klopjacht op de ontvluchte persoon georganiseerd en uitgevoerd.
De gerechtelijke triptiek bestaat uit het nemen van vingerafdrukken of dactyloscopie, het nemen van foto's die bijgehouden worden in een databank bij de Federale Politie, en een individuele beschrijving
die wordt toegevoegd in ISLP. Men mag een gerechtelijke triptiek uitvoeren bij personen die ouder zijn dan 14 jaar, die verhoord worden in verband met een concreet feit, of deze zijn aangehouden en ter beschikking
van de gerechtelijke overheid of Dienst Vreemdelingenzaken, of van hun vrijheid beroofd zijn, of opgesloten zijn in een strafinrichting.
Indien de persoon jonger is dan 14 jaar, mag men enkel een gerechtelijke triptiek uitvoeren met toestemming van de met het dossier belaste magistraat.
Vul bij elke vrijheidsberoving telkens het register der vrijheidsbenemingen in. Dit kan tegenwoordig zowel digitaal als fysiek, en in sommige zones loopt dit gezamenlijk.
Geef ook steeds de rechten mee aan de persoon die van zijn vrijheid beroofd is, hetzij mondeling of schriftelijk bij de bestuurlijke vrijheidsberoving, en volgens de SALDUZ-wetgeving
bij de gerechtelijke vrijheidsberoving.
Bij een bestuurlijke vrijheidsberoving deelt men de reden mee, de maximale duur, de materiële procedure en dat er indien nodig dwang gebruikt kan worden.
Bij een gerechtelijke vrijheidsberoving deelt men de SALDUZ-wetgeving en wetten Franchimont mee.
In beide gevallen kan het verwittigen van een vertrouwenspersoon geweigerd worden. Bij de bestuurlijke vrijheidsberoving kan dit enkel door de Officier van Bestuurlijke Politie, en bij
de gerechtelijke vrijheidsberoving is dit enkel door de Procureur des Konings, of de Onderzoeksrechter. In beide gevallen moeten zij ernstige redenen hebben. De gewaarborgde rechten van
alle personen die van hun vrijheid beroofd zijn, zijn verder het recht op medische hulp, voedsel en sanitair. Dit zijn gewaarborgde rechten voor eenieder die van hun vrijheid beroofd is.