KB Wegcode (01/12/1975)
Wegverkeerswet (16/03/1968)
KB inschrijving voertuigen (20/07/2001)
KB Technische eisen (15/03/1968)
Wet betreffende verplichte verzekering (21/11/1989)
KB Overtredingen per graad (30/09/2005)
De schrijver dezes heeft gaat hier geen herhaling of nutteloos naschrijven van de wegcode en dergelijke inzetten. Ik beperk mij hier tot de belangrijkste artikels die het meest gebruikt worden in mijn ervaring, en handige tips en bepalingen die eventueel niet besproken zijn in de lessen wegcode. Ik hoop hierbij een klein naslagwerk te maken waarin men makkelijk even kan kijken indien men niet zeker is van iets.
De bepalingen zijn een belangrijk element in de wegcode, waarvan de belangrijkste de rijbaan betreffen, de rijstrook, het fietspad, de bebouwde kom, de bestuurder, het voertuig, het rijwiel, een voortbewegingstoestel, een gemotoriseerd rijwiel, een motorvoertuig, bromfiets, motorfiets en auto, het stilstaand en geparkeerd voertuig, het troittoir, de weggebruiker en de voetganger betreffen.
Het belangrijkste hier is weten wie bevoegde personen zijn. Zo zijn er de politie, ambtenaren van het bestuur ven vervoer te land, regie der luchtwegen, veldwachters, douanepersoneel spoorwegpolitie, Algemene dienst der Militaire Gebouwen voor militaire wegen, ingenieurshoofden van diensten zoals waters en bossen, militaire politie, de interveniërende leden van de openbare brandweerdiensten en civiele bescherming op de plaats van de interventie.
Dit artikel wordt bijgevoegd bij elke overtreding die te maken heeft met verkeerstekens, en stelt enkel dat iedereen deze in acht moet nemen wanneer deze regelmatig zijn naar vorm, voldoende zichtbaar en reglementair geplaatst zijn.
Dit artikel bevat een van de dingen waar het meeste overtredingen over geschreven worden, namelijk het GSM-gebruik in artikel 8.4. Maar ook het artikel 8.3, waarin beschreven wordt dat elke bestuurder steeds in staat moet zijn om te sturen, en de vereiste lichaamsgeschiktheid en de nodige kennis en rijvaardigheid moet bezitten. Dit artikel kan gebruikt worden bijvoorbeeld bij iemand die met de fiets zonder handen rijdt, of een autobestuurder die met sleffers rijdt en daardoor gevaarlijk rijgedrag vertoond. Hierin wordt ook beschreven voor wat men een rijbewijs nodig heeft, en ook de leeftijd van de bestuurders.
De artikelen hierin bepaald kunnen worden gebruikt bij fietsers die niet op een fietspad rijden, terwijl dit wel moet, brommers die verkeerdelijk op de baan rijden of wanneer men niet voorsorteert.
De artikels hierin vervat zijn vanzelfsprekend, maar inzonderheid kan men hier de voorrang van rechts (12.3.1) en dat de bestuurder die een trottoir of fietspad oversteekt voorrang moet verlenen aan de weggebruikers die daar rechtmatig gebruik van maken. Eveneens valt onder artikel 12bis het ritsen.
Dit artikel kan worden weerhouden wanneer iemand geen gebruik maakt van zijn richtingsaanwijzers, of een fietser die niet met de arm zijn richting aanduidt die hij wilt uitgaan. Dit is meestal samenhangend met artikel 19, de richtingsverandering.
Hierin staat onder andere de snelheidsbeperking tot 20 km/h in de woonerven, en dat het verboden is om te parkeren behalve in de vakken aangeduid met de letter 'P'. Eveneens staat hierin vermeld dat de voetgangers het verkeer niet nodeloos mogen belemmeren.
Hierin staan de bepalingen van wie er toegang heeft tot deze zones, zoals vuilniswagens, prioritaire voertuigen, bestuurders die een garage hebben binnen deze zone enzovoorts. Eveneens staat hier vermeld dat men stapvoets moet rijden, en dat er niet in geparkeerd moet worden. Tot slot ook dat fietsers moeten afstappen indien het te druk is.
Deze artikelen regelen het parkeren en stilstaan. Zo zijn er de modaliteiten indien er geen borden aanwezig zijn in vervat, dat men in 1 enkele file moet parkeren, dat men op minder dan 20 meter voor de verkeerslichten buiten de kruispunten niet mag parkeren en dergelijke meer. Ga na of in Uw zone het parkeerbeleid dan wel of niet via de Gemeentelijke Administratieve Sancties lopen voor de afwerking.
Dit artikel regelt dat de parkeerplaatsen die voorzien zijn voor mindervaliden, hun kaart aangebracht moeten hebben en dat zij hier dan op mogen parkeren.
Dit artikel kan gebruikt worden wanneer iemand geen rechtmatig gebruik maakt van zijn geluidstoestel. Een voorbeeld hiervan wanneer dit ook gebruikt kan worden is bijvoorbeeld bij het vaststellen van een stoet feestvierende voetbalsupporters, die door de straten claxonnerend rijden om te vieren.
Hierin staat vermeld wanneer en hoe men een veiligheidsgordel moet gebruiken, en hoe kinderen vervoert moeten worden. De algemene regel is dat kinderen van minder dan 18 jaar, en die kleiner zijn dan 135 cm moeten vervoerd worden in een voor hen geschikt kinderbeveiligingssysteem. Op de zitplaatsen die niet zijn uitgerust met een veiligheidsgordel mogen geen kinderen vervoerd worden van minder dan 3 jaar, en voorin indien geen veiligheidsgordel geen kinderen van minder dan 18 jaar en 135 cm. De verplichting van een veiligheidsgordel vervalt bij de bestuurders die achteruit rijden, de bestuurders van taxi's wanneer zij een klant vervoeren, bij prioritaire voertuigen in bepaalde omstandigheden, de beambten van de Post bij hun postverdeling, of personen die in het bezit zijn van een vrijstelling afgeleverd door de minister. Let wel op, hierbij telt een doktersattest niet!
Hierin staat omschreven dat de bestuurders en passagiers van motorfietsen een valhem moeten dragen, handschoenen, een jas met lange mouwen en een lange broek, evenals laarzen of bottines die de enkels beschermen.
Zie de cursus prioritair rijden.
Dit is een handig artikel indien men zijn identiteitskaart niet bijheeft of niet wil vertonen naar aanleiding van een overtreding of verkeersongeval.
Hierin wordt behandeld hoe deze er moeten uitzien, waar deze geplaatst moeten worden en hoe ze gegroepeerd zijn.
Een opsomming van de meest gebruikte verkeersborden zijn: C1 (verboden richting voor iedere bestuurder), C3 (verboden toegang in beide richtingen voor iedere bestuurder), C43 (snelheidsbeperking), E1 (stilstandverbod), E3 (parkeer- en stilstandverbod), F12a en F12b (begin en einde woonerf), F103 en F105 (begin en einde voetgangerszone), F111 en F113 (begin en einde fietszone).
Hier is het belangrijk om de verschillende soorten wegmarkering te kunnen onderscheiden, wanneer iets een dubbele lijn is of een busstrook.
Artikel 2§1 van de Wegverkeerswet stelt dat een voertuig slechts in het verkeer mag worden gebracht als het ingeschreven is en de nummerplaat draagt die bij de inschrijving werd toegekend. Dit kan weerhouden worden indien men een andere nummerplaat op een voertuig hangt, maar het voertuig wel ingeschreven is op chassisnummer. Dit kan ook eveneens gebruikt worden indien de nummerplaat geschrapt blijkt te zijn.
Artikel 21 stelt dat niemand een voertuig mag besturen tenzij hij houder is van, en tevens bij zicht heeft van een regelmatig rijbewijs, en dat dit rijbewijs moet voldoen aan de categorie van het voertuig.
Dit wordt weerhouden in artikel 34 en 35, zie hiervoor alcohol in het verkeer.
In dit artikel wordt drugs in het verkeer behandeld, zie hiervoor drugs in het verkeer.
In artikel 38 wordt gesproken over het verval van recht tot sturen, en wat als men betrapt wordt indien men toch rijdt tijdens dit verval.
In artikel 20 worden de kentekenplaten besproken, in al hun vormen, voor de Belgische kentekenplaten.
Artikel 29 en verdere handelen over hoe een kentekenplaat moet bevestigd worden, en hoe de reproductie er moet uitzien en bevestigd worden. Hierin vind men dus terug dat de officiële kentekenplaat achteraan moet bevestigd worden.
In hoofdstuk 4 wordt hier uitvoerig de autokeuring besproken. In Antwerpen geldt de volgende regeling: Indien minder dan 1 maand niet gekeurd, is het een waarschuwing, indien tussen een maand en een jaar beroept men zich op artikel 59.6 van de wegcode en wordt dit een onmiddellijke inning van €58, en meer dan een jaar een proces-verbaal op basis van artikel 23§1 van het KB inschrijvingen. Vraag zeker na in Uw zone welke bepalingen en parketrichtlijnen hier gehanteerd worden!
In artikel 2§1 wordt gezegd dat voertuigen slechts in het verkeer mogen worden gebracht indien zij verzekerd zijn.
Ik probeer hier nog met INP De Vogel een minimale cursus te voorzien, maar de algemene regel is dat als een voertuig ingeschreven is in het land van herkomst, het automatisch bezien wordt als verzekerd. Indien het een land buiten de Europese Unie betreft, moet men zien of er ook een Europese verzekering aan boord is. Er zijn ook een aantal tijdelijke kentekenplaten die men kan tegenkomen, en in het bijzonder de Nederlandse.
Dit zijn zwarte letters op een witte achtergrond die komen van de originele Nederlandse kentekenplaat, en hebben een maximale geldigheid van 14 dagen na uitschrijving bij de RDW. Hierbij moet kentekencard deel II aanwezig zijn, waarbij de toelating voor het zich op de weg te begeven bij hoort.
De Franse tijdelijke kentekenplaten beginnen met WW, en hebben een geldigheidsduur van 2 + 2 maanden. Het is belangrijk om te weten dat in Frankrijk bij de inschrijving van een voertuig een tijdelijke kentekenplaat wordt uitgereikt in afwachting van de officiële. Een carte-gris kan hier helpen de datum van inschrijving te achterhalen.
De Duitse tijdelijke kentekenplaten zijn hierin makkelijk, en onderverdeeld in een korte (gele band) en een lange periode (rode band), met hierin telkens de einddatum van de geldigheid. Als hier bijvoorbeeld 02/04/2024 opstaat vervalt deze na 02/04/2024 23h59, dus op 03/04/2024 om 00h00.
Voor verdere vragen kan je mij steeds contacteren, of zien wanneer er hiervan een voortgezette opleiding georganiseerd wordt in jouw zone.
Dit besluit is niet van kracht voor de alcoholboetes bij buitenlanders, en het maximumbedrag dat bij een Belg kan geïnd worden is €347, voor buitenlanders is dit €473.
Alle inbreuken die niet specifiek vermeld staan in de 2e, 3e en 4e graad. Het bedraagt hier €58.
Het bedrag hier is €116, en de meest voorkomende gevallen zijn parkeren op trottoirs, gordeldracht volwassenen, niet de correcte kentekenplaat en tijdelijke inschrijving.
Het bedrag is hier €174, en indien samen met een andere inbreuk wordt dit automatisch een proces-verbaal. De meest voorkomende hier zijn het niet onmiddellijk gevolg geven aan bevelen van een bevoegde persoon, GSM-gebruik, gevaarlijk rijgedrag in een woonerf, rood licht (bij driekleurig verkeerslicht!), gordeldracht kinderen, verkeersbord C1, witte doorlopende streep en dergelijke meer.
Het bedrag hier is €473, en voor Belgen is dit in principe altijd een dagvaardiging. Hierin zitten het negeren van een bevel van een bevoegd persoon, aansporen tot snel rijden, links inhalen bij helling en bochten, op de overweg gaan wanneer er een trein aankomt, achteruit rijden op een autosnelweg, parkeren op overwegen, of sportwedstrijden zonder vergunning op de openbare weg.